ECLI:NL:HR:2022:15
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over pseudo-eindheffing hoog loon bij toekenning aandelen aan werknemers door concernvennootschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 januari 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de vraag of [X] B.V., als werkgever van dertien managers, een pseudo-eindheffing hoog loon verschuldigd is over de waarde van aandelen die aan deze managers zijn toegekend door een andere vennootschap binnen het concern. De toekenning vond plaats in het kader van een beursgang en werd uitgevoerd door de LLC, die was opgericht door private equity fondsen die ook indirect een meerderheidsbelang in [X] B.V. hadden.
De Hoge Raad oordeelde dat de toekenning van aandelen door de LLC op één lijn kan worden gesteld met een toekenning in opdracht van en voor rekening van [X] B.V. Dit oordeel was gebaseerd op de nauwe banden tussen de LLC en [X] B.V., waarbij de private equity fondsen gezamenlijk een aanzienlijk belang in [X] B.V. hielden. De Hoge Raad verwierp de stelling van [X] B.V. dat de LLC niet als concernmaatschappij kan worden aangemerkt, en concludeerde dat de loonheffing over de aandelentoekenning door de LLC dus wel degelijk door [X] B.V. verschuldigd was.
De uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden, die eerder had geoordeeld dat [X] B.V. inhoudingsplichtig was voor de loonheffing, werd door de Hoge Raad bevestigd. De Hoge Raad verklaarde het cassatieberoep ongegrond en oordeelde dat de eerdere oordelen van het Hof niet onjuist waren en voldoende gemotiveerd. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.