ECLI:NL:HR:2000:AA7993
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie van X B.V. tegen de Centrale Raad van Beroep over premieplichtig loon en aandelenspaarplan
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 april 1999. De Centrale Raad had eerder een besluit van het bestuur van de voormalige Bedrijfsvereniging voor Bank- en Verzekeringswezen, Groothandel en Vrije Beroepen (thans Landelijk instituut sociale verzekeringen, Lisv) bevestigd, waarbij aan X B.V. correctienota’s waren opgelegd over de premietijdvakken van 1990 tot en met 1993. Deze correctienota’s waren het gevolg van voordelen die werknemers van X B.V. genoten uit een aandelenspaarplan, dat door de moedermaatschappij A Corporation was opgezet. Het bestuur van de Bedrijfsvereniging had in 1994 deze correctienota’s opgelegd, die na bezwaar door het bestuur werden gehandhaafd. X B.V. heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Arrondissementsrechtbank te Utrecht, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft X B.V. hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep, die de uitspraak van de rechtbank bevestigde.
In cassatie heeft de Hoge Raad vastgesteld dat de Centrale Raad van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het voordeel dat werknemers genoten uit het aandelenspaarplan als premieplichtig loon moet worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelt dat, indien een werknemer in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) een voordeel geniet van een andere concernmaatschappij, dit voordeel alleen als premieplichtig loon kan worden aangemerkt indien het voordeel wordt verstrekt in opdracht van en voor rekening van de werkgever. De Hoge Raad concludeert dat de Centrale Raad de juiste slotsom heeft getrokken, en dat de middelen van X B.V. falen. De Hoge Raad verwerpt het beroep en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.