ECLI:NL:HR:2022:1456

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
21/03694
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de totstandkoming van een zorgovereenkomst tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder en de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Zilveren Kruis c.s. en Inter-Psy GGZ Praktijk B.V. (IPGGZ). Zilveren Kruis, een zorgverzekeraar, had een zorgovereenkomst met IPGGZ willen sluiten voor het jaar 2017, maar IPGGZ stelde dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand was gekomen. De zaak draait om de vraag of er sprake was van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank had de vorderingen van IPGGZ afgewezen, maar het hof had het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van IPGGZ toegewezen. De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de bestuurders van IPGGZ geen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid hadden gewekt. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd IPGGZ veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/03694
Datum14 oktober 2022
ARREST
In de zaak van
1. ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V. ,
gevestigd te Utrecht,
2. INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
3. AVÉRO ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
4. FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Zilveren Kruis c.s.,
advocaten: P.A. Fruytier en J.P. Heering,
tegen
INTER-PSY GGZ PRAKTIJK B.V.,
gevestigd te Groningen,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: IPGGZ,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/09/556162 / HA ZA 18-765 van de rechtbank Den Haag van 22 mei 2019;
het arrest in de zaak 200.271.967/01 van het gerechtshof Den Haag van 1 juni 2021.
Zilveren Kruis c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen IPGGZ is verstek verleend.
De zaak is voor Zilveren Kruis c.s. toegelicht door hun advocaten, en mede door L.M. van Ringelestijn.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot vernietiging en verwijzing.

2.Uitgangspunten en feiten

2.1
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) IPGGZ is een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen (zorgaanbieder). Zij biedt sinds 2014 psychische gezondheidszorg (GGZ) aan. Haar (middellijk) bestuurders zijn in de voor dit geschil relevante periode [bestuurder 1] (hierna: [bestuurder 1]) en [bestuurder 2] (hierna: [bestuurder 2]).
(ii) Zilveren Kruis is een zorgverzekeraar. Zij koopt ten behoeve van haar verzekerden zorg in bij zorgaanbieders.
(iii) Zorgverzekeraars bieden doorgaans twee typen zorgverzekeringen aan: een naturapolis en een restitutiepolis. Bij een restitutiepolis heeft de verzekerde recht op vergoeding van (kort gezegd) de kosten van de behandeling van een door hem gekozen zorgverlener. Bij een naturapolis heeft de verzekerde recht op (kort gezegd) vergoeding van een behandeling door een door de zorgverzekeraar gecontracteerde zorgverlener. Indien de verzekerde kiest voor een behandeling door een niet-gecontracteerde zorgverlener, krijgt hij slechts een gedeelte van de kosten van de behandeling vergoed van zijn zorgverzekeraar.
(iv) Gecontracteerde zorgaanbieders zijn tegenover de zorgverzekeraars gebonden aan een zogeheten omzetplafond.
(v) IPGGZ was in 2016 ten opzichte van Zilveren Kruis een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. IPGGZ had met Zilveren Kruis in dat jaar wel een zogeheten betaalovereenkomst gesloten. Op grond van deze betaalovereenkomst kon IPGGZ de declaraties voor de aan de verzekerden van Zilveren Kruis verleende zorg rechtstreeks bij Zilveren Kruis declareren. Zilveren Kruis betaalde vervolgens 75% van het gemiddelde gecontracteerde tarief aan IPGGZ. Bij het afsluiten van de betaalovereenkomst heeft IPGGZ bij Zilveren Kruis een digitale aanvraagprocedure doorlopen.
(vi) Op 1 april 2016 heeft Zilveren Kruis haar ‘inkoopbeleid GGZ 2017’ gepubliceerd. Daarbij is vermeld dat zorgaanbieders die in 2016 geen zorgovereenkomst met Zilveren Kruis hadden en in aanmerking wilden komen voor een zorgovereenkomst voor 2017, dit per e-mail aan Zilveren Kruis kenbaar konden maken.
(vii) Op 1 juni 2016 heeft [manager algemene zaken], manager algemene zaken bij IPGGZ (hierna: [manager algemene zaken]) per e-mail aan Zilveren Kruis verzocht om in gesprek te gaan over zorginkoop voor het jaar 2017.
(viii) In juni 2016 heeft Zilveren Kruis de Technische uitwerking digitale inkoopprocedure voor instellingen 2017 (hierna: de Technische Uitwerking) gepubliceerd. Daarin is onder meer het volgende opgenomen.

2 Inkoopproces
Om verzekerden tijdig te kunnen informeren over de zorgaanbieders met wie Zilveren Kruis voor 2017 een overeenkomst voor GGZ heeft gesloten willen wij de contractering uiterlijk 1 oktober 2016 volledig hebben afgerond. Hierbij de belangrijke data van deze inkoopprocedure.
Publicatie inkoopbeleid op hoofdlijnen 1 april 2016
Publicatie technische uitwerking inkoopprocedure half juni 2016
Inkoopapplicatie open 23 augustus 2016
Sluiting inkoopapplicatie 1 oktober 2016
Zilveren Kruis heeft haar inkoopbeleid gepubliceerd op
www.zorginkoopbeleid2017.nl. Het is belangrijk deze informatie grondig door te lezen voordat u inlogt in het zorgverlenersportaal. Bij het gebruik van de applicatie en het afsluiten van de overeenkomst gaat u akkoord met alle gepubliceerde informatie.
U kunt vanaf maandag 23 augustus 2016 inloggen in onze inkoopapplicatie voor het sluiten van een overeenkomst. Deze inloggegevens voor de applicatie worden verstrekt aan alle gecontracteerde instellingen 2016, hiervoor gebruiken wij de contactgegevens zoals die bij ons bekend zijn. (…)
Om in aanmerking te komen voor een overeenkomst dient een zorgaanbieder de volgende stappen in de applicatie te hebben doorlopen:
a. Vragenlijst inkoopspecificaties 2017 (bijlage 1)
(…)
f. Afsluiten van de overeenkomst
(...)
5.1
Controle op de zorginkoop
(...)
Overeenkomst sluiten
U kunt alleen elektronisch een overeenkomst afsluiten via de onlineomgeving. Als u een overeenkomst afsluit geeft u daarmee aan dat u op de hoogte bent van de inhoud van dit document inclusief bijlagen en dat u onvoorwaardelijk akkoord gaat met onze inkoopprocedure en de hieraan verbonden voorwaarden, waaronder de overeenkomst 2017. Indien de overeenkomst op juiste wijze is afgesloten door de aanbieder, dan verschijnt de melding “akkoord” in het portaal. U kunt vanaf dat moment de door Zilveren Kruis ondertekende overeenkomst downloaden. We sluiten één overeenkomst met instellingen voor 2017 voor zowel de levering van generalistische basis GGZ als de levering van gespecialiseerde GGZ voor Zilveren Kruisverzekerden.”
(ix) Op 22 juni 2016 heeft Zilveren Kruis de ontvangst van de e-mail van [manager algemene zaken] van 1 juni 2016 aan [manager algemene zaken] bevestigd en medegedeeld:
“(…)
Akkoord voor instellingencontract 2017
Uw aanmelding is ontvangen. De inkoopprocedure start op 23 augustus 2016. Kort tevoren zullen wij u een inlogcode en wachtwoord sturen.
Wilt u zo vriendelijk zijn de volgende informatie per direct aan ons door te geven:
- de volledige naam van de bestuurder die de overeenkomst namens de instelling ondertekent
- de functie van de bestuurder die de overeenkomst namens de instelling ondertekent
- telefoonnummer
- e-mail adres waar de inlogcodes naar toegestuurd moeten worden.”
(x) [manager algemene zaken] heeft Zilveren Kruis op 27 juni 2016 geantwoord:
“Hierbij ontvangt u de u de door u opgevraagde informatie:
Naam bestuurders die de overeenkomst ondertekenen: [[bestuurder 2]] en [[bestuurder 1]].
Functie beide bestuurders: directeur algemene zaken
(...)
E-mail adres inlogcodes: [e-mailadres] (...)”
(xi) Zilveren Kruis heeft [manager algemene zaken] per e-mail van 27 juni 2016 geantwoord dat het niet mogelijk is om twee bestuurders op te nemen in de administratie en dat [bestuurder 2] als bestuurder zal worden vastgelegd.
(xii) Zilveren Kruis heeft bij e-mail van 13 september 2016 de inlogcodes gestuurd aan het door [manager algemene zaken] opgegeven emailadres.
(xiii) Medio september 2016 zijn de aan IPGGZ verstrekte inlogcodes voor het digitale portaal geactiveerd en zijn de stappen doorlopen die nodig waren voor de ontvangst van een aanbieding van Zilveren Kruis. Aan de hand van de in het portaal verstrekte informatie is automatisch een (aanbod voor een) overeenkomst gegenereerd en via het digitale portaal beschikbaar gekomen. Op de (aangeboden) overeenkomst stond de ingescande handtekening van de directeur zorginkoop van Zilveren Kruis en namens IPGGZ stond de naam van [bestuurder 2] vermeld.
(xiv) Op 29 september 2016 heeft [cöordinator zorgverkoop], coördinator zorgverkoop van IPGGZ (hierna: [cöordinator zorgverkoop]) via het digitale portaal de door Zilveren Kruis aangeboden overeenkomst geopend en vinkjes gezet vóór elk van de volgende drie zinnen:
“# Ik verklaar dat ik alle vragen naar waarheid heb beantwoord.
# Ik verklaar dat ik bevoegd ben om digitaal te mogen ondertekenen namens mijn
organisatie.
# Ik heb de overeenkomst gelezen en ga akkoord met de voorwaarden in de overeenkomst en hiermee onderteken ik de overeenkomst.”
Onder deze drie zinnen stonden drie buttons met achtereenvolgens de teksten ‘Bevestigen’, ‘Aanpassen’ en ‘Afwijzen’. [cöordinator zorgverkoop] heeft op de knop ‘Bevestigen’ geklikt.
(xv) In 2017 heeft IPGGZ de zorg die zij heeft verleend aan verzekerden van Zilveren Kruis rechtstreeks gedeclareerd bij Zilveren Kruis.
(xvi) Bij brief van 11 juli 2017 heeft [bestuurder 1] namens IPGGZ aan Zilveren Kruis het volgende geschreven:
“Onlangs vroeg u bij IP GGZ Praktijk gegevens uit als zou IP GGZ Praktijk een contract met u hebben. Wij waren daar stomverbaasd over. Bij nader onderzoek bleek inderdaad een door u getekend contract in het zorgverlenersportaal beschikbaar te zijn gesteld en is op de voor 2017 op 100% NZa ingediende declaraties een contracttarief betaald, althans meer dan het restitutietarief. Wij wisten daar niets van en wilden dit ook niet.
IP GGZ Praktijk heeft namelijk geen overeenkomst met Zilveren Kruis c.s. gesloten. Volgens de statuten wordt de directie gevormd door [[bestuurder 2]] en ondergetekende en is in het handelsregister aangetekend dat wij enkel gezamenlijk bevoegd zijn om de vennootschap te vertegenwoordigen.
Wij [[bestuurder 2]] en ondergetekende, zijn niet akkoord gegaan met een aanbod noch hebben wij iemand gemachtigd om dat namens ons te doen. [[bestuurder 2]] heeft alleen een aanvraag laten doen voor een offerte. Wij hebben geen opdracht gegeven om een contract aan te vragen. (...)
Op grond van het voorgaande verzoek ik u voortaan het restitutietarief op de door IP GGZ Praktijk ingediende declaraties toe te passen. (…)”
(xvii) Zilveren Kruis heeft zich op het standpunt gesteld dat tussen haar en IPGGZ een rechtsgeldige en bindende zorgovereenkomst voor het jaar 2017 is gesloten.
2.2
IPGGZ vordert, voor zover in cassatie van belang, een verklaring voor recht dat tussen IPGGZ en Zilveren Kruis geen overeenkomst curatieve GGZ 2017 tot stand is gekomen en veroordeling van Zilveren Kruis tot afrekening van de facturen voor in 2017 gestarte behandelingen naar het ongecontracteerde tarief.
2.3
De rechtbank heeft de vorderingen van IPGGZ afgewezen.
2.4
Het hof [1] heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van IPGGZ toegewezen. Daartoe heeft het hof onder meer als volgt overwogen.
“‘
Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
12. Naar het oordeel van het hof is hier ook geen sprake van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. [bestuurder 2] en [bestuurder 1] hebben deze schijn in elk geval tegenover Zilveren Kruis niet gewekt. Zoals gezegd is het contact met Zilveren Kruis uitsluitend via [manager algemene zaken] verlopen. [manager algemene zaken] heeft Zilveren Kruis er bovendien bij e-mail van 27 juni 2017 [HR: 2016] uitdrukkelijk op gewezen dat bij IPGGZ een twee handtekeningen clausule geldt. Zilveren Kruis is pas bij de inleidende dagvaarding en tijdens de comparitie van partijen bij de rechtbank bekend geworden met het feit dat [cöordinator zorgverkoop] de verklaringen digitaal heeft aangevinkt en verzonden. Deze bij Zilveren Kruis niet bekende rol van [cöordinator zorgverkoop] bij het contracteerproces en haar functie bij IPGGZ kunnen dus bij Zilveren Kruis niet de schijn hebben gewekt dat [bestuurder 2] en [bestuurder 1] volmacht hadden verleend aan [cöordinator zorgverkoop] om door plaatsing van de digitale vinkjes in het portaal namens hen voor IPGGZ de zorgovereenkomst af te sluiten. Ook overigens zijn onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan Zilveren Kruis er (op enig moment) gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [cöordinator zorgverkoop] vertegenwoordigingsbevoegd was. De functie van [cöordinator zorgverkoop] (jurist/coördinator verkoop) is daarvoor onvoldoende, nu deze als zodanig geen vertegenwoordigingsbevoegdheid inhoudt.”

3.Beoordeling van het middel

3.1
Onderdeel 1.2 van het middel klaagt dat het hof (in rov. 12) miskent dat van de schijn van volmachtverlening als bedoeld in art. 3:61 lid 2 BW niet alleen plaats kan zijn als de wederpartij bij een namens de pseudo-volmachtgever verrichte rechtshandeling door een toedoen van de pseudo-volmachtgever gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de volmachtverlening aan de pseudo-gevolmachtigde, maar ook als dat vertrouwen is gegrond op feiten en omstandigheden die voor risico van de pseudo-volmachtgever komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. Onderdeel 1.3 klaagt dat het hof (in rov. 12) miskent dat onder de omstandigheden die voor risico van de pseudo-volmachtgever komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid, mede kunnen worden begrepen het laten voortbestaan van een bepaalde situatie of een andersoortig niet-doen, die rechtvaardigen dat de pseudo-volmachtgever in zijn verhouding tot de wederpartij het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging draagt. Onderdeel 1.6 klaagt dat het hof niet is ingegaan op een aantal door Zilveren Kruis naar voren gebrachte essentiële stellingen en dat rov. 12 hierdoor onvoldoende begrijpelijk is gemotiveerd.
3.2
Indien het hof voor de verwerping van het beroep op schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid beslissend heeft geacht dat de beide bestuurders van IPGGZ deze schijn in elk geval niet tegenover Zilveren Kruis hebben gewekt, op de grond dat het contact met Zilveren Kruis uitsluitend is verlopen via [manager algemene zaken], dan is het uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Voor toerekening van schijn van volmachtverlening aan IPGGZ kan immers ook plaats zijn ingeval Zilveren Kruis gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening op grond van feiten en omstandigheden die IPGGZ betreffen en voor risico van IPGGZ komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid. [2] Van zodanige feiten en omstandigheden kan ook sprake zijn ingeval van een niet-doen, waaronder het laten voortbestaan van een bepaalde situatie. [3]
Indien het hof dit een en ander niet heeft miskend, heeft het zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd in het licht van de in onderdeel 1.6 vermelde stellingen die Zilveren Kruis heeft aangevoerd ter onderbouwing van haar betoog dat zij erop mocht vertrouwen dat IPGGZ haar organisatie zo had ingericht en haar medewerkers zo zou instrueren, dat een zorgovereenkomst met Zilveren Kruis slechts met toestemming van de bevoegde bestuurders zou worden gesloten.
De hierop gerichte klachten van de onderdelen 1.2, 1.3 en 1.6 slagen.
3.3
De overige klachten van het middel behoeven geen behandeling.
3.4
Zilveren Kruis c.s. hebben in hun procesinleiding gevorderd – kort gezegd – dat het bestreden arrest wordt vernietigd, “kosten rechtens”. Eerst in hun schriftelijke toelichting hebben zij wettelijke rente over de kosten van het geding in cassatie gevorderd. Nu IPGGZ in cassatie niet is verschenen, kan laatstgenoemde vordering niet worden toegewezen.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt het arrest van het gerechtshof Den Haag van 1 juni 2021;
- verwijst het geding naar het gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing;
- veroordeelt IPGGZ in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Zilveren Kruis c.s. begroot op € 1.045,39 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren A.E.B. ter Heide en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
14 oktober 2022.

Voetnoten

1.Gerechtshof Den Haag 1 juni 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:943.
2.Vgl. HR 19 februari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK7671 (ING/Bera); HR 3 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:143.
3.Vgl. HR 1 maart 1968, ECLI:NL:HR:1968:AB6642; HR 12 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9429.