Uitspraak
gevestigd te Moskou, Russische Federatie,
gevestigd te Amsterdam,
2.Uitgangspunten en feiten
freezing order). De
freezing orderhield verband met de stelling van Promneftstroy dat zij de aandelen had verworven in Yukos Finance B.V. Deze vennootschap hield tot april 2005 de aandelen in Yukos International. Volgens Yukos International heeft zij als gevolg van de
freezing orderschade geleden die bestaat uit het verschil tussen de rente op de genoemde bankrekening en het rendement dat zij elders had kunnen verkrijgen.
freezing orderis afgewezen. Dat betoog heeft het hof in zijn tussenarrest verworpen. In de stellingname van Yukos International ligt voldoende kenbaar als haar subsidiaire standpunt besloten dat de gestelde onrechtmatige daad van Promneftstroy volgt uit de onherroepelijk geworden eindbeslissing in de bodemzaak, inhoudende dat Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen in Yukos Finance is geworden, en als haar meer subsidiaire standpunt dat de gestelde onrechtmatige daad van Promneftstroy volgt uit het in deze zaak door de rechter te geven oordeel dat Promneftstroy geen rechthebbende op de aandelen in Yukos Finance is geworden. (rov. 3.4)
freezing orderafgedwongen. Daardoor heeft zij onrechtmatig jegens Yukos Finance gehandeld, aangezien zij geen rechthebbende op de aandelen in Yukos Finance was en geen zeggenschap had over de door de
freezing ordergetroffen gelden. (rov. 3.7)
3.Beoordeling van het middel
freezing ordergetroffen
freezing orderzou hebben
freezing orderheeft afgedwongen en niet
freezing order, er nooit plaats kan zijn voor vermindering van de schadevergoedingsplicht op grond van de mogelijkheid voor Yukos International om in overleg met Promneftstroy schadebeperkende maatregelen te nemen. Die opvatting is evenwel in haar algemeenheid onjuist. Niet uitgesloten is dat degene ten laste van wie een maatregel als een
freezing orderwordt afgedwongen, onder omstandigheden zijn aanspraak op schadevergoeding verliest op grond van art. 6:101 lid 1 BW voor zover de schade voorkomen had kunnen en behoren te worden door het treffen van een voorziening in overleg met degene die de maatregel afdwingt. Uit de overweging blijkt niet dat het hof zijn beslissing op een onderzoek van de omstandigheden van dit geval heeft gegrond.
4.Beslissing
14 oktober 2022.