ECLI:NL:HR:2021:288

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 februari 2021
Publicatiedatum
23 februari 2021
Zaaknummer
20/01412
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake afvalstoffenheffing

In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2020. Dit beroep betreft de heffingen van afvalstoffenheffing die aan [X] B.V. zijn opgelegd voor de jaren 2014 tot en met 2017. Het Gerechtshof had eerder uitspraak gedaan in hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Schiermonnikoog, die op zijn beurt weer beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland. De Hoge Raad heeft het middel dat door het College is voorgesteld beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat dit middel niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard en het College veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 1.068 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Tevens is er een griffierecht van € 532 opgelegd aan het College.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer20/01412
Datum26 februari 2021
ARREST
in de zaak van
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE SCHIERMONNIKOOG
tegen
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2020, nrs. 19/00706 tot en met 19/00709 op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Schiermonnikoog tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nrs. LEE 17/3217 tot en met LEE17/3220) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2014 tot en met 2017 opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing.

1.Geding in cassatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog (hierna: het College) heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft het middel over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat dit middel niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van dit middel is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Proceskosten

Het College zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- verklaart het beroep in cassatie ongegrond, en
- veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog in de kosten van belanghebbende voor het geding in cassatie, vastgesteld op € 1.068 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2021.
Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiermonnikoog wordt een griffierecht geheven van € 532.