In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [A] B.V., [B] B.V. en [C] B.V. (hierna samen: [A]) zijn opgericht in 2005 door [eiser 1], [eiser 3], [eiser 5] en [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]). [A] B.V. was enig aandeelhoudster/bestuurster van [B] B.V. en [C] B.V. [eiser 1], [eiser 3] en [eiser 5] waren (indirect) bestuurder van [A] via hun persoonlijke holdingvennootschappen. Tot 18 november 2005 was [betrokkene 1] medebestuurder. Vanaf 18 november 2005 tot 1 juni 2010 was [D] B.V (met als bestuurder [betrokkene 1]) medebestuurster van [A].
(ii) [A] was gespecialiseerd in het leggen van snelle internetverbindingen. Zij legde onder meer UMTS- en GSM-straalverbindingen aan op bijzondere locaties zoals kerktorens en vuurtorens.
(iii) [betrokkene 1] had de dagelijkse leiding op kantoor binnen [A]. Hij ontving – via [D] B.V. – een hogere management fee dan de andere (indirecte) bestuurders. [eiser 5] verzorgde de dagelijkse administratie. [eiser 1] en [eiser 3] waren eindverantwoordelijk voor de uitvoerende taken in de buitendienst. De financiële administratie en de salarisadministratie waren uitbesteed aan Accountantskantoor [E].
(iv) In de loop van 2009 is tussen de (indirecte) bestuurders onenigheid ontstaan over het te voeren bedrijfsbeleid. [eiser 1] en [eiser 3] hebben eind 2009 meegedeeld te willen stoppen met de onderneming. Op 12 januari 2010 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de vier (indirecte) bestuurders. Tijdens dit gesprek is [eiser 5] opgestapt en heeft hij zijn werkzaamheden voor [A] neergelegd. Tot einde maart 2010 is de dagelijkse administratie verzorgd door [eiser 1], waarna de echtgenote van [betrokkene 1] dat heeft overgenomen.
(v) Vervolgens is onderzocht of [betrokkene 1] de aandelen in [A] van [eiser 1] en [eiser 3] kon overnemen. In april 2010 liet [betrokkene 1] weten dat hij de financiering nog niet rond had. Aandelenoverdracht heeft niet plaatsgevonden.
(vi) Op 25 mei 2010 is een bedrag van € 32.733,13 overgemaakt van de bankrekening van [A] naar de rekening van [D] B.V.
(vii) Op 25 mei 2010 is TWS Infra B.V. opgericht, een deelneming van de grootste opdrachtgever van [A], TWS, waarbij [eiser 1] en [eiser 3] ieder een aandelenpakket van 15% verwierven.
(viii) Op 26 mei 2010 heeft [betrokkene 1] het personeel van [A] bijeengeroepen en meegedeeld dat het bedrijf in financieel zwaar weer verkeerde.
(ix) [D] B.V. is op 1 juni 2010 uitgeschreven als bestuurster van [A].
(x) Bij brief van 2 juni 2010 hebben [eiser 1], [eiser 3] en [eiser 5] aan [betrokkene 1] meegedeeld dat hij met onmiddellijke ingang is geschorst als (indirect) bestuurder van [A]. Vanaf juni 2010 is de administratie van [A] in opdracht van [eiser 1] en [eiser 3] verzorgd door W. Post.
(xi) In de periode juni-september 2010 hebben TWS en/of TWS Infra enkele busjes met gereedschap en (een deel van) de inventaris van [A] overgenomen. Verder heeft TWS of TWS Infra een aantal leasecontracten van [A] afgekocht en heeft TWS of TWS Infra een aantal facturen van [A] vooruitbetaald.
(xii) In de eerste helft van 2011 zijn de faillissementen van [A] uitgesproken, met aanstelling van de curator als zodanig. Een deel van het personeel van [A] is na het faillissement in dienst getreden bij TWS of TWS Infra.