ECLI:NL:HR:2020:54
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake herziening verzoek belanghebbende
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 januari 2020 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] te [Z] tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 6 juni 2019, waarin de verzoeken van belanghebbende tot herziening van eerdere uitspraken werden behandeld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor het openstellen van beroep in cassatie tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, zoals ook eerder is geoordeeld in verschillende andere arresten. Hierdoor heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.