Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
[verzoekster 2]
wonende te [woonplaats] ,
kantoorhoudende te Rosmalen,
kantoorhoudende te Helmond, in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van [verzoekster 1],
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
mr. Te Biesebeek tot curator in dit faillissement benoemd.
art. 68 lid 2 Fw.
NJ 1957/523). Indien de belastingplichtige in staat van faillissement verkeert en een vordering uit hoofde van een belastingaanslag ter verificatie is ingediend, kan ook de curator de juistheid of de hoogte daarvan alleen aantasten door gebruik te maken van de daartoe aangewezen bestuursrechtelijke weg (vgl. HR 21 februari 1964, ECLI:NL:HR:1964:96, NJ 1964/208). Wordt die weg niet of niet met succes bewandeld, dan staat de (hoogte van de) aanslag jegens alle betrokkenen vast. Dit betekent dat in het faillissement van de belastingplichtige met diens belangen ten aanzien van een aan hem opgelegde belastingaanslag geen rekening kan worden gehouden op de hiervoor in 3.4.3 bedoelde wijze. Dat brengt mee dat de gefailleerde belastingplichtige de mogelijkheid dient te hebben om op te komen tegen een beschikking van de rechter-commissaris als de onderhavige waarbij aan de curator toestemming wordt verleend om op de voet van art. 8:22 lid 1 Awb in verbinding met art. 27 lid 3 Fw een door de belastingplichtige ingestelde bestuursrechtelijke procedure over een belastingaanslag over te nemen en nadien terstond in te trekken. Een behoorlijke rechtsbescherming brengt dan ook mee dat die beschikking voor de gefailleerde belastingplichtige bij wijze van uitzondering op de voet van art. 67 Fw voor hoger beroep vatbaar is.
4.Beslissing
12 april 2019.