Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het eerste middel
3.Beoordeling van het tweede middel
4.Slotsom
5.Beslissing
5 maart 2019.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die was veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, zoals bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had in hoger beroep vrijspraak bepleit, maar het Hof bevestigde het vonnis van de Rechtbank zonder voldoende motivering van de bewezenverklaring. De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet zonder meer het vonnis van de Rechtbank had mogen bevestigen, aangezien er in hoger beroep vrijspraak was bepleit. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling van de zaak in het bestaande hoger beroep. De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat alle beslissingen omtrent de oplegging van straf en/of maatregel zijn vernietigd, met uitzondering van de beslissingen over de vordering van de benadeelde partij.