ECLI:NL:HR:2018:1981

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 oktober 2018
Publicatiedatum
18 oktober 2018
Zaaknummer
17/05888
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling huwelijkse voorwaarden na echtscheiding en waarde van aandelen in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 oktober 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een eerdere beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De vrouw had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, terwijl de man incidenteel cassatieberoep had ingesteld. De zaak betreft de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden na echtscheiding, met specifieke aandacht voor de waarde van aandelen en de afwijzing van een vermeerdering van eis en een niet-ontvankelijkheidsverweer. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder ECLI:NL:HR:2015:3303, en concludeert dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. De beslissing van de Hoge Raad is dat zowel het principale als het incidentele beroep wordt verworpen. De uitspraak is gedaan door een samengesteld college van rechters, onder leiding van vice-president E.J. Numann, en is openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

19 oktober 2018
Eerste Kamer
17/05888
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie, verweerster in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. N.C. van Steijn,
t e g e n
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, verzoeker in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. den Hoed.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.

1.Het geding

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak 14/05588, ECLI:NL:HR:2015:3303 van de Hoge Raad van 13 november 2015;
b. de beschikking in de zaak 200.187.737/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 14 september 2017.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2.Het tweede geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. De man heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt in zowel het principale als in het incidentele cassatieberoep tot verwerping.
De advocaat van de vrouw heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel in het principale en in het incidentele beroep

De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale en het incidentele beroep:
verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
19 oktober 2018.