ECLI:NL:HR:2016:1469

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2016
Publicatiedatum
8 juli 2016
Zaaknummer
15/03747
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijgende verjaring van tuintjes in gebruik door bewoners

In deze zaak gaat het om de vraag of bewoners van tuintjes, die op naam staan van de gemeente, door verkrijgende verjaring eigenaar zijn geworden van deze tuintjes. De Hoge Raad heeft op 8 juli 2016 uitspraak gedaan in de zaak tussen de eisers, die in cassatie zijn gegaan tegen de Gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten. De eisers hebben eerder in de feitelijke instanties, waaronder de rechtbank Oost-Brabant en het gerechtshof 's-Hertogenbosch, hun gelijk niet gekregen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, waarin de klachten van de eisers niet tot cassatie konden leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Gemeente op nihil zijn begroot. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eisers geen nadere motivering behoeven.

Uitspraak

8 juli 2016
Eerste Kamer
15/03747
LZ/RB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. A.C. van Schaick,
t e g e n
de GEMEENTE NUENEN, GERWEN EN NEDERWETTEN,
zetelende te Nuenen,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eisers] en de Gemeente.

1.Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/01/257451 / HA ZA 13-35 van de rechtbank Oost-Brabant van 13 maart 2013 en 28 mei 2014;
b. het arrest in de zaak HD 200.154.127/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 april 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eisers] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de Gemeente is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eisers] heeft bij brief van 12 april 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
8 juli 2016.