Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Gemeente Langedijk
1.Het procesverloop
2.De feiten
“
Uit het feit dat betrokkenen erfafscheiding en beplanting hebben aangebracht, mag u duidelijk zijn dat er destijds (mondelinge) afspraken met uw medewerkers over dit gebruik zijn gemaakt. Deze afspraak bestaat al jaren en wordt doorbroken met uw brief. Er is geïnvesteerd in beplanting, wat niet plaats vindt als er geen duidelijkheid over het gebruik bestaat. De strook grond langs de woning is altijd als groenstrook in gebruik geweest.”
“
De vorige bewoners van [adres] zijn kort na oplevering van de woning bij openbare werken van de gemeente geweest en hebben gevraagd of ze de strook konden huren. Dit is mondeling afgehandeld en kennelijk bij de gemeente ook niet correct in de systemen verwerkt op het moment dat u aangeeft dat er geen enkele afspraak aanwezig is in uw administratie. De overeenkomst met de gemeente zijn destijds gemaakt met dhr. [naam 1] . Het ontbreken van deze overeenkomst in uw administratie geeft echter niet aan dat er geen afspraken gemaakt zijn. Het is nog steeds zo dat ook mondelinge overeenkomst als bindende overeenkomst geldt. Vooral gezien de ruim 30 jaren dat deze strook wordt bijgehouden door de bewoners van [adres] kan er wel degelijk gesteld worden dat er een overeenkomst is gesloten.”
3.De vordering
stelt voorts dat over het in gebruik nemen van de strook grond noch door zijn rechtsvoorgangers, noch door hem een afspraak met de Gemeente Langedijk is gemaakt. Van een erkenning van het eigendomsrecht van de Gemeente Langedijk door [eiser] was geen sprake. Indien [eiser] dat recht wel erkend mocht hebben, heeft hij dat op een tijdstip gedaan dat hij reeds eigenaar was.