ECLI:NL:HR:2016:1402
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- E.S.G.N.A.I. van de Griend
- M.J. Borgers
- Rechtspraak.nl
Uitlevering aan Zwitserland en de eisen van het Europees Verdrag betreffende uitlevering
In deze zaak gaat het om een uitleveringsverzoek van de Zwitserse Bondsstaat voor een opgeëiste persoon, geboren in 1985. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 8 december 2015, waarin werd geoordeeld dat het door de verzoekende Staat overgelegde bevel tot aanhouding voldeed aan de eisen van artikel 12 van het Europees Verdrag betreffende uitlevering (EUV). De Hoge Raad stelt vast dat de stukken die aan hen zijn gezonden, een kopie van een gescand aanhoudingsbevel bevatten, maar geen origineel of authentiek afschrift zoals vereist door artikel 12.2 EUV. De Hoge Raad geeft de Advocaat-Generaal de gelegenheid om het dossier aan te vullen met een aanhoudingsbevel dat aan de verdragseisen voldoet. De zaak wordt vervolgens verwezen naar een rolzitting op 23 augustus 2016, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden. De uitspraak is gedaan op 5 juli 2016 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.