Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] , Israël,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
- i) [verweerders] (hierna ook afzonderlijk: [verweerder 1] respectievelijk [verweerder 2] ) zijn de zonen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2].
- ii) Na het overlijden van [betrokkene 2] op 21 juli 1977 is [betrokkene 1] hertrouwd met [eiseres] .
- iii) [betrokkene 1] is overleden op 16 november 2001.
- iv) Blijkens zijn op 29 mei 2000 opgemaakte testament heeft [betrokkene 1] [eiseres] benoemd tot zijn enig erfgename. In zijn testament heeft [betrokkene 1] voorts bepaald dat, voor het geval zijn nakomelingen een beroep op hun legitieme portie doen, de vorderingen van zijn nakomelingen en de daarover verschuldigde rente, mede ter voldoening van zijn natuurlijke verbintenis tot verzorging en onderhoud van zijn echtgenote, eerst kunnen worden opgeëist indien zijn echtgenote overlijdt.
- v) [verweerder 1] is in 2004 met [eiseres] overeengekomen dat zij hem ter uitkering van zijn legitieme portie een bedrag van € 92.742,-- zou uitbetalen. Dit bedrag is uitgekeerd.
- vi) Nadien heeft [verweerder 1] ontdekt dat het saldo van een Zwitserse bankrekening niet bij de onderhandeling over de uitkering van zijn legitieme portie was betrokken.
- vii) In een daarop volgende gerechtelijke procedure tussen partijen zijn onder meer de (omvang van de) legitieme porties van [verweerder 1] en [verweerder 2] in de nalatenschap van hun vader vastgesteld. Tevens is de vordering van [verweerder 1] strekkende tot betaling van (het restant van) de aan hem toekomende legitieme portie uit hoofde van die nalatenschap afgewezen, op de grond dat deze vordering nog niet opeisbaar was, maar dat pas zou worden op de door [betrokkene 1] in zijn testament opgenomen momenten.
- viii) [eiseres] heeft de door haar bewoonde voormalige echtelijke woning in juni 2013 verkocht voor € 1.275.000,--. Hiervan is € 130.000,-- in depot gebleven bij de notaris.
- ix) Met verlof van de voorzieningenrechter te Amsterdam hebben [verweerders] in 2013 ten laste van [eiseres] onder de notaris conservatoir derdenbeslag doen leggen op het hiervoor in (viii) genoemde bedrag van € 130.000,--.
- x) Bij dagvaarding van 26 november 2013 hebben [verweerders] de hoofdzaak tegen [eiseres] aanhangig gemaakt. Kort gezegd vorderen [verweerders] daarbij [eiseres] te veroordelen tot uitkering van (het restant van) hun legitieme portie, althans tot het stellen van zekerheid daarvoor.
4.Beslissing
24 juni 2016.