2.2.1. Ten laste van de verdachte is, voor zover in cassatie van belang, bewezenverklaard dat:
"1. hij op 25 november 2012 te Amsterdam op de Bijlmerdreef, aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een handtas met inhoud, waaronder telefoons, een identiteitskaart, een geldbedrag en levensmiddelen, toebehorende aan [betrokkene 1],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [betrokkene 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededaders aan de haren en/of het gezicht van voornoemde [betrokkene 1] hebben getrokken en voornoemde [betrokkene 1] naar de grond hebben getrokken en meermalen tegen het lichaam van voornoemde [betrokkene 1] hebben gestompt en geschopt en (daarbij) voornoemde [betrokkene 1] de woorden hebben toegevoegd: 'Geef alles wat je hebt, anders doen we je wat meer aan!', en in de jaszakken van voornoemde [betrokkene 1] hebben gevoeld en vervolgens voornoemde handtas uit de handen van voornoemde [betrokkene 1] hebben getrokken;
2. hij op 25 november 2012 te Amsterdam op de Bijlmerdreef, aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een telefoon merk Apple, type iPhone 4S, toebehorende aan [betrokkene 2],
welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen voornoemde [betrokkene 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededaders tegen het lichaam van voornoemde [betrokkene 2] hebben geduwd ten gevolge waarvan voornoemde [betrokkene 2] ten val is gekomen en met haar achterhoofd tegen de grond is gekomen en in het gezicht van voornoemde [betrokkene 2] hebben geslagen en vervolgens voornoemde telefoon uit de handen van voornoemde [betrokkene 2] hebben gepakt."
2.2.2. Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-11 van 25 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (pagina 13 tot en met 17).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 25 november 2012 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van de aangeefster [betrokkene 1]:
Op 25 november 2012 ben ik slachtoffer geworden van een straatroof. Ik ben beroofd van mijn identiteitskaart, mijn mobiele telefoon, een zwarte iPhone 4S, mijn tweede mobiele telefoon, een Blackberry Curve 3G waar geen simkaart in zat.
Ik was samen met mijn zusje, [betrokkene 2], naar de Albert Heijn gelopen nabij metrostation Ganzenhoef. Er waren in totaal zes daders: drie jongens en drie meisjes.
Toen wij richting metrostation Ganzenhoef liepen zag ik dat wij werden gevolgd door drie meisjes. Ik hoorde dat de meisjes in versneld tempo gingen lopen, ik hoorde dat ze gingen rennen. Ik voelde dat ik van achteren aan mijn haren werd getrokken. Vervolgens deed iemand van achteren zijn handen voor mijn ogen en ik voelde dat ik naar de grond werd getrokken en geduwd. Ik zag en voelde dat twee van de meisjes met kracht met hun gebalde vuisten in mijn gezicht sloegen. Ik voelde daarna dat mijn neus bloedde. Ik voelde en zag dat zij mij schopten in mijn buik. Ik hoorde een van de meisjes tegen mij zeggen "Geef alles wat je hebt, anders doen we je wat meer aan!". Ik voelde in het moment dat daarop volgde iemand in mijn jaszakken voelen. Vervolgens zag ik dat één van de meisjes mijn zwarte handtas uit mijn handen rukte. Ik zag de twee meisjes wegrennen richting het metrostation en zag dat zij gevolgd werden door de vier overige daders. Ik constateerde dat mijn mobiele telefoon, een iPhone 4S, uit mijn jaszak is weggenomen.
Terwijl ik werd beroofd door de twee meisjes, zag ik dat mijn zusje werd beroofd door een jongen. Deze jongen mishandelde mijn zusje door haar te schoppen en te slaan.
Voorafgaand aan de beroving werden mijn zusje en ik gevolgd door drie meisjes. Ik zag later dat er ook drie jongens bij kwamen. Ik dacht in eerste instantie dat deze jongens mij en mijn zusje kwamen helpen, omdat wij om hulp schreeuwden. Ik zag vervolgens dat één van deze jongens mijn zusje beroofde.
We wilden naar politiebureau Ganzenhoef gaan en toen we bij het metrostation kwamen zagen we de groep die ons zojuist had beroofd lopen. Ik zag dat ze naar het perron renden en ik ben achter ze aan gerend. Ik heb ze aangesproken en zei dat ik mijn spullen terug wilde. Ik zag dat één van hen mijn zwarte handtas op de grond gooide. Ik liep op de groep af en pakte mijn handtas van de grond. Vervolgens zag ik de groep wegrennen van het perron en naar beneden rennen. Ik mis € 15,- uit mijn portemonnee.
2. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-1 van 25 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (pagina 5 tot en met 10).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 25 november 2012 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van de aangeefster [betrokkene 2]:
Op 25 november 2012 omstreeks 20.15 uur liep ik samen met mijn zusje vanaf de Albert Heijn aan de Bijlmerdreef richting station Ganzenhoef te Amsterdam. Er waren twee meisjes en één jongen die mij beroofden, de andere drie daders waren volgens mij twee jongens en een meisje. Zij kwamen later aanrennen.
Ik ben door een meisje vastgepakt en op de grond geduwd. Door de val op de grond ben ik op mijn achterhoofd gevallen. Door dat meisje ben ik ook in mijn gezicht geslagen. Een andere jongen kwam aangerend en gaf mij met kracht een trap in mijn buik. Dit deed erg veel pijn.
Ik liep ongeveer een meter voor mijn zusje toen ik haar "AU!" hoorde roepen. Ik draaide mij om en zag dat één van de meisjes mijn zusje aan haar haren trok. Ze stonden allemaal om haar heen en pakten haar vast. Ik schreeuwde dat ze haar los moesten laten en daarop kwam een van de meisjes op mij af en pakte mij gelijk vast. Ze duwde mij met beide handen met kracht achterwaarts, waardoor ik met mijn achterhoofd op de grond ben gevallen. Ineens zag ik dat er jongens aan kwamen rennen. Een daarvan kwam op mij afgerend. In eerste instantie dacht ik dat ze mij kwamen helpen, maar toen ze dichterbij kwamen zag ik dat ze bij de groep hoorden. Een van de jongens kwam links naast mij staan en gaf mij gelijk een harde schop in mijn buik. Dit deed veel pijn. De jongen zei vervolgens tegen mij "Geef mij alles wat je hebt". Ik haalde mijn witte iPhone 4S tevoorschijn. Hij pakte mijn telefoon af en deed deze in zijn jaszak. De hele groep rende vervolgens ineens weg. We zijn ze nog een stuk gaan volgen en zagen dat ze het metrostation Ganzenhoef in gingen en naar boven zijn gegaan. Later kwamen ze weer naar beneden lopen. De tas van mijn zusje hebben ze boven op het metroperron op de grond gesmeten, alle spullen lagen verspreid.
3. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-7 van 25 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (pagina 1 en 2).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 25 november 2012 zag ik een groep van ongeveer vier of vijf dames en drie heren. De groep had haast en checkte niet in. Ze gingen met de roltrappen naar boven. Een blanke dame met bebloede neus kwam ongeveer vier seconden later bij de ingang van het metrostation en ik hoorde door haar geschreeuw dat ze was geslagen en beroofd. Ze vertelde me dat zij en haar zusje net waren beroofd door een groep jongeren en dat dit de jongeren betreffen die zojuist naar boven waren gerend. Ik zag de groep terugkeren vanaf het perron naar de begane grond door middel van de roltrappen. Ik hoorde van de blanke dame dat het die groep was die hen had overvallen en geslagen.
4. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-26 van 27 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (pagina 20).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 26 november 2012 sprak ik met de slachtoffers [betrokkene 2] en [betrokkene 1] en liepen wij de route na die de slachtoffers hadden gelopen voordat zij werden beroofd op 25 november 2012. Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen dat zij op het perron van metrostation Ganzenhoef had gezien dat de daders met haar eten en drinken, die zij zojuist bij de Albert Heijn had gekocht, in hun handen liepen.
Op 27 november 2012 kreeg ik van aangeefster [betrokkene 1] het IMEI-nummer van de nog niet teruggevonden Blackberry.
Ik vroeg aan [betrokkene 1] wat voor eten en drinken zij had gekocht voorafgaand aan de beroving en wat later was weggenomen tijdens de beroving. Ik hoorde [betrokkene 1] zeggen dat dit ging om een gele zak met M&M's, een blauw/zilver blikje Red Bull en een rood/zilver blikje Energy Drink.
In de fouillering van [medeverdachte] had ik een volle en gesloten gele zak M&M's aangetroffen alsmede een rood/zilveren blikje Energy Drink.
5. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-31 van 28 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (pagina 21 en 22).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op woensdag 28 november 2012 heb ik de bevindingen, de verklaringen van de verdachten en de aangiftes doorgenomen en de videobeelden van het GVB ernaast gelegd om de juistheid te controleren. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte] een gele zak M&M's en een rood/zilveren blikje in zijn handen vast heeft. Op de beelden is te zien dat [medeverdachte] samen met [verdachte], [betrokkene 3] en [betrokkene 4] op het metrostation Ganzenhoef is geweest. Tevens is op de beelden te zien dat [verdachte] de weggenomen zwarte handtas van de aangeefster [betrokkene 1] in zijn handen heeft en deze vervolgens op het perron van het metrostation in een rookhok neerlegt. Bij hem zijn onder andere [medeverdachte], [betrokkene 3] en [betrokkene 4].
6. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-28 van 27 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (pagina 122).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 27 november 2012 heb ik uit handen van [medeverdachte] in beslag genomen:
- een rood/zilver blikje Energy drink, en
- een grote gele zak M&M's.
7. Een proces-verbaal met nummer 2012304504-23 van 26 november 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] (pagina 49 tot en met 54).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 26 november 2012 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte [betrokkene 3]:
Ik was met [betrokkene 5] en [betrokkene 6] en we hebben [medeverdachte] (het hof begrijpt: [medeverdachte]) opgehaald. We gingen toen naar station Ganzenhof waar we de metro zouden nemen. Ik zag van achter mij een paar jongens rennen die ons inhaalden. [medeverdachte] en [betrokkene 6] gingen ook mee rennen. Ze renden in de richting van de bosjes.
Na vier of vijf minuten zag ik ze weer terug rennen en zag ik dat [medeverdachte] een zakje M&M's in zijn handen had en nog iets van drinken. De andere jongens zijn [verdachte], [betrokkene 7] en nog een onbekende jongen. Ik zag ook een paar meiden. Ik ben naar boven gegaan met de roltrap. Boven hoorden we heel veel geschreeuw en toen we halverwege de roltrap waren zagen we [medeverdachte] en nog een paar met de roltrap naar boven rennen. Ik hoorde één van de meisjes naar [medeverdachte] roepen "die telefoon, die telefoon". Ik hoorde [medeverdachte] toen roepen "ik heb helemaal niks, ik heb alleen eten". Ik zag [verdachte] met een tas en ik zag dat hij in de tas aan het zoeken was. Ik wist toen dat ze iemand hadden beroofd.
[verdachte] zat te rommelen in die tas en ze liepen naar achteren. Ik vroeg [verdachte] wat er was gebeurd en toen zei hij "ja, een chickie... een chickie". Ik vroeg welke en toen zei hij "jaaa die". Ik vroeg of ze hierheen kwam en toen zei hij "jaa, ze komt eraan". Toen we op de helft van het perron waren zag ik een blank meisje met een bloedneus aan komen lopen en ik dacht dat zij het slachtoffer was. Ik hoorde haar richting [verdachte] en de groep roepen "mag ik mijn spullen terug, mag ik mijn spullen terug".
[verdachte] heet van zijn achternaam [verdachte].
We gingen naar beneden en liepen vlak bij een tunnel. Daar stopten we en kwamen een paar meiden aangelopen. Ik zag dat [verdachte] aan één van die meiden een telefoon gaf, ik geloof een Blackberry Curve. Ik weet dat dit niet de telefoon van [verdachte] was. Ik hoorde [verdachte] zeggen dat er geen simkaart in de telefoon zat. Eén van de meisjes pakte de telefoon van [verdachte] aan en zei tegen [verdachte] "ik ping je morgen".
U vraagt mij wie er betrokken zijn bij de straatroof. Volgens mij [verdachte], [betrokkene 7], [betrokkene 6], [medeverdachte] en een paar meisjes. Eén van de meiden die de telefoon kwam halen heeft het slachtoffer geslagen. Ze deed voor hoe ze had geslagen.
8. De verklaring van de getuige [betrokkene 3], afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 25 februari 2013.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het klopt dat drie jongens, [medeverdachte] en [betrokkene 6] gingen mee rennen richting de bosjes. Het klopt ook dat ik vervolgens heb verklaard dat ik vervolgens [medeverdachte] zag, met M&M's in zijn handen.
Ik kan me herinneren dat ik heb verklaard dat [verdachte] de Blackberry aan één van de meisjes gaf en dat deze telefoon niet van hem was.
Ik herken de verdachte [verdachte] wel. Dit is [verdachte].
Alles wat ik destijds bij de politie heb verklaard klopt wel.
De telefoon was een Blackberry Curve, in het zwart/grijs. [verdachte] zei toen zelf: 'er zit geen simkaart in'.
9. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 11 juni 2013.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
[medeverdachte] en ik liepen naar het metrostation en voor ons liepen drie of vier meisjes. Ze spraken met jongens die ik kende en ik vroeg de jongens wat ze gingen doen. Toen zeiden die jongens dat ze iets verkeerds gingen doen. Ik ben met [medeverdachte] een stukje met ze mee gerend.
Het klopt dat ik ook wel [verdachte] word genoemd."