3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
( i) [eiser] ontving sinds 12 november 2004 van de Gemeente een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (hierna: Wwb).
(ii) Ten aanzien van [eiser] is op 23 mei 2006 de schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard.
(iii) Bij besluit van 24 januari 2008 heeft de Gemeente van [eiser] een bedrag van € 34.335,36 teruggevorderd vanwege volgens de Gemeente door [eiser] ten onrechte genoten Wwb-uitkeringen en -toeslagen. Volgens de Gemeente heeft hij zonder daarvan melding te maken over de periode van 21 februari 2005 tot en met 22 juli 2007 voor zijn broer werkzaamheden verricht die economische waarde vertegenwoordigen.
(iv) Tegen dit besluit heeft [eiser] bezwaar gemaakt.
Het bezwaar is voor een deel gegrond verklaard.
De bestuursrechter heeft het besluit op bezwaar vernietigd en de Gemeente opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen omdat de Gemeente niet voldoende concreet heeft aangevoerd over welke perioden de bijstand wordt herzien en teruggevorderd.
( v) In het nieuwe besluit op bezwaar, van 5 augustus 2010, heeft de Gemeente het bedrag dat zij van [eiser] over de genoemde periode terugvordert, verlaagd tot € 8.632,19.
(vi) De rechtbank Haarlem heeft het beroep tegen dit nieuwe besluit op bezwaar bij uitspraak ongegrond verklaard. Deze uitspraak is door de Centrale Raad van Beroep bevestigd.
(vii) De rechtbank Haarlem heeft op 2 augustus 2011 de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd zonder [eiser] een schone lei te verlenen. [eiser] heeft, zo stelt de rechtbank vast, gedurende de schuldsaneringsregeling een nieuwe schuld doen ontstaan (art. 350 lid 3, aanhef en onder d, Fw). De rechtbank doelt daarmee op de schuld aan de Gemeente.
(viii) Naar aanleiding van het door [eiser] ingestelde hoger beroep daartegen heeft het hof in rov. 2.4 onder meer overwogen:
“Gelet op de stukken en het verhandelde ter terechtzitting overweegt het hof het volgende. De schuld aan de gemeente Haarlem is ontstaan op de datum van het terugvorderingsbesluit, te weten 24 januari 2008 (herzien bij besluit van 5 augustus 2010), zodat sprake is van een nieuwe schuld in de zin van artikel 350 lid 3 onder d Fw. Mede gelet op het tijdsverloop sinds de periode waarop de terugvordering betrekking heeft (februari 2005 tot en met oktober 2007) en de omstandigheid dat de gemeente Haarlem de vordering al drastisch heeft verminderd, is het hof van oordeel dat het verwijt dat [eiser] ten aanzien van het laten ontstaan van deze schuld kan worden gemaakt, onvoldoende zwaar is om de voor [eiser] zeer ingrijpende consequentie van het onthouden van een schone lei te kunnen rechtvaardigen. Het hof weegt hierbij mee dat, voor zover het hof op basis van de beschikbare gegevens heeft kunnen vaststellen, geen sprake is geweest van opzettelijk en/of bewust frauderen door [eiser], met het oogmerk zich te bevoordelen. Voorts neemt het hof in aanmerking dat [eiser] gedurende het verloop van de schuldsaneringsregeling zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen steeds naar behoren is nagekomen en dat die schuldsaneringsregeling reeds is verlengd tot vijf jaar. In het licht van het voorgaande is het hof van oordeel dat [eiser] de schuldsaneringsregeling toch tot een goed einde heeft gebracht en dat deze met toekenning van de zogenoemde schone lei dient te worden beëindigd. De beslissing waarvan beroep zal worden vernietigd."
(ix) Het hof heeft de zaak voor verdere afdoening teruggewezen en de rechtbank heeft vervolgens als volgt beslist:
- stelt vast dat de schuldenaar niet in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
- bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden;
- verstaat dat door de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn.
( x) Blijkens een uittreksel uit het Centraal Insolventieregister is op 2 mei 2012 het einde van de schuldsanering met uitdeling aan de schuldeisers en met schone lei per 27 april 2012 gepubliceerd.