Uitspraak
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Den Haagvan 8 februari 2013, nr. BK-11/00970, betreffende een aan
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) opgelegde naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de kwalificatie van onbebouwde terreinen in het kader van de overdrachtsbelasting. De Staatssecretaris van Financiën had een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting opgelegd aan belanghebbende, een B.V. die percelen grond had verkregen met het oog op de aanleg van een golfbaan. De Inspecteur stelde dat de percelen ten tijde van de verkrijging niet als bouwterrein konden worden aangemerkt, waardoor de vrijstelling van overdrachtsbelasting niet van toepassing was. De Rechtbank te ’s-Gravenhage had de naheffingsaanslag vernietigd, maar het Gerechtshof Den Haag had in hoger beroep de uitspraak van de Rechtbank bevestigd en de naheffingsaanslag vernietigd.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de percelen als bouwterrein moesten worden aangemerkt. De Hoge Raad benadrukte dat bij de beoordeling of de percelen als bouwterrein moeten worden aangemerkt, gekeken moet worden naar de aard en de omvang van de werkzaamheden die zijn verricht. De Hoge Raad concludeerde dat de werkzaamheden die voorafgaand aan de verkrijging van de percelen waren verricht, niet voldoende waren om de percelen als bouwterrein te kwalificeren. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de kwalificatie van onbebouwde terreinen in het kader van de overdrachtsbelasting en verduidelijkt de criteria die moeten worden gehanteerd bij de beoordeling of een perceel als bouwterrein kan worden aangemerkt. De uitspraak biedt ook inzicht in de toepassing van de relevante wetgeving, waaronder de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Wet op belastingen van rechtsverkeer.