ECLI:NL:HR:2014:216

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 januari 2014
Publicatiedatum
31 januari 2014
Zaaknummer
13/00487
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheidsprocedure jegens advocaat vanwege beroepsfout

In deze zaak heeft Jeka Holding B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 16 oktober 2012 werd gewezen. De zaak betreft een aansprakelijkheidsprocedure tegen een advocaat vanwege een beroepsfout. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De advocaat van Jeka, mr. F.E. Vermeulen, heeft de cassatiedagvaarding ingediend, waarop de verweerster, vertegenwoordigd door mr. D.M. de Knijff, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft in zijn conclusie ook tot verwerping geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) is nadere motivering niet vereist, omdat de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Jeka verworpen en Jeka veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op € 380,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is uitgesproken op 31 januari 2014 door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek.

Uitspraak

31 januari 2014
Eerste Kamer
nr. 13/00487
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
JEKA HOLDING B.V.,
gevestigd te Drunen, gemeente Heusden,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
[verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Jeka en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 205999/HA ZA 09-1240 van de rechtbank Breda van 24 november 2010;
b. de arresten in de zaak HD 200.080.957 van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 16 augustus 2011 en 16 oktober 2012.
Het arrest van het hof van 16 oktober 2012 is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 16 oktober 2012 heeft Jeka beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van Jeka heeft bij brief van 20 december 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Jeka in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 380,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president F.B. Bakels op
31 januari 2014.