ECLI:NL:HR:2012:BW4749
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- P. Lourens
- C.H.W.M. Sterk
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Heretikettering van grond bij woning van privé- naar ondernemingsvermogen en zorgvuldigheidsbeginsel bij belastingaanslagen
In deze zaak gaat het om de heretikettering van een perceel grond dat door belanghebbende en zijn echtgenote, die een fruit- en sorteerbedrijf exploiteren, in 1991 werd aangekocht en in 1998 werd onttrokken aan de feitelijke uitoefening van het landbouwbedrijf voor de bouw van een bedrijfswoning. De belanghebbende heeft de grond in zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 1998 aangemerkt als overgebracht van ondernemingsvermogen naar privévermogen, wat leidde tot een winst die in aanmerking werd genomen. De Inspecteur heeft echter de winst verhoogd en volledig belast op basis van een taxatie van de grond, die in het economische verkeer een waarde had van ƒ 400.000 en als cultuurgrond ƒ 9.000. De aanslagen voor de jaren 1999 tot en met 2002 zijn vastgesteld op basis van de aangiften waarin de grond als privévermogen werd aangemerkt.
De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, maar het Hof vernietigde deze uitspraak en verklaarde het beroep gegrond, wat leidde tot een cassatie door de Minister van Financiën. In cassatie werd vastgesteld dat er onzekerheid bestond over de vraag of de overbrenging van de grond tot een belaste bestemmingswijzigingswinst zou leiden. De Hoge Raad oordeelde dat deze onzekerheid geen bijzondere omstandigheid opleverde die herziening van de keuze om de grond tot privévermogen te rekenen rechtvaardigde. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad benadrukte dat de Inspecteur zich niet op het standpunt kan stellen dat belanghebbende geen recht heeft op herziening van de etiketteringskeuze, enkel omdat de aanslagen voor de jaren 1999 tot en met 2002 onherroepelijk vaststonden. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het zorgvuldigheidsbeginsel en de behandeling van belastingaanslagen in vergelijkbare situaties.