ECLI:NL:HR:2012:BV0258
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en boetebeschikking in verband met prostitutiediensten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, die een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een boetebeschikking heeft ontvangen over het tijdvak van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003. De naheffingsaanslag en de boete zijn door de Inspecteur gehandhaafd na bezwaar. De Rechtbank te Haarlem heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, waarbij de naheffingsaanslag en de boete zijn verminderd. Hierna heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft vernietigd, maar de boete verder heeft verminderd. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 6 januari 2012 geoordeeld dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de gemiddelde klant de dienstverlening als één dienst ervaart. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof had moeten onderzoeken of er een rechtsbetrekking bestaat tussen de prostituee en de klant, en of de prostituee zelfstandig een prestatie tegen vergoeding verricht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelast tevens dat de Staat het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 6 januari 2012.