ECLI:NL:HR:2003:AF3003
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en damesgeld in nachtclub
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende, de exploitant van een nachtclub, is opgelegd over het tijdvak juni 2000. De naheffingsaanslag bedraagt ƒ 24.157 aan enkelvoudige belasting, met een bijkomende boete van ƒ 1207. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de boetebeschikking heeft de Inspecteur deze handhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag opgeheven.
De Staatssecretaris heeft vervolgens cassatie ingesteld, waarbij het geschil draait om de vraag of het damesgeld, dat door bezoekers van de nachtclub aan prostituees wordt betaald, deel uitmaakt van de omzet waarover belasting geheven kan worden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de Inspecteur zijn stelling dat het damesgeld deel uitmaakt van de all-in vergoeding voor de door belanghebbende verrichte prestatie, niet aannemelijk heeft gemaakt. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het Hof en verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Daarnaast wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 17 januari 2003.