ECLI:NL:HR:2012:BU8791
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de controlebevoegdheid bij doorzoeking van vervoermiddelen en opzet bij het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van illegaal consumentenvuurwerk, dat op 4 november 2007 in zijn auto was aangetroffen. De Hoge Raad beoordeelde de controlebevoegdheid van opsporingsambtenaren bij het doorzoeken van vervoermiddelen, in het bijzonder de kofferbak van een auto, onder de Wet op de accijns. De Hoge Raad oordeelde dat de opvatting dat deze controlebevoegdheid zich niet uitstrekt tot de kofferbak van een auto geen steun vindt in het recht.
Daarnaast werd de bewijsvoering tegen de verdachte besproken. Het Hof had overwogen dat de verdachte het vuurwerk had gekocht bij een niet-erkende handelaar, wat volgens het Hof betekende dat hij willens en wetens de kans had aanvaard dat het vuurwerk niet voldeed aan de wettelijke eisen. De Hoge Raad oordeelde echter dat deze conclusie niet voldoende was onderbouwd, aangezien de bewijsmiddelen niet aantoonden dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de wet. De bewezenverklaring was niet naar de eisen der wet met redenen omkleed.
De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat deze opnieuw kan worden berecht. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak om opzet duidelijk te onderbouwen in strafzaken.