ECLI:NL:HR:2011:BU5778
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van de ontvankelijkheid van een cassatieverzoek in civiele zaken met betrekking tot griffierechten
In deze zaak gaat het om de herbeoordeling van de ontvankelijkheid van een cassatieverzoek van verzoeker, die eerder op 8 juli 2011 niet-ontvankelijk was verklaard door de Hoge Raad vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. De advocaat van verzoeker heeft in een brief van 18 juli 2011 betoogd dat de Hoge Raad ten onrechte de brief van 6 juni 2011, waarin hij reageert op de conclusie van de Advocaat-Generaal, terzijde heeft gelegd. De Hoge Raad heeft in zijn beschikking van 8 juli 2011 overwogen dat deze brief te laat was ingediend, maar de advocaat heeft aangetoond dat de termijn voor indiening was verlengd door een feestdag, waardoor de brief tijdig was. Dit leidde tot de conclusie dat het beginsel van hoor en wederhoor was geschonden, wat een ernstig gebrek in de procedure opleverde.
De Hoge Raad heeft vervolgens besloten dat er geen aanleiding was om de wederpartij de gelegenheid te geven voor een reactie, aangezien het enkel ging om een herbeoordeling van de ontvankelijkheid. De advocaat van verzoeker heeft ook een beroep gedaan op artikel 282a lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, maar de Hoge Raad oordeelde dat er geen feiten waren die rechtvaardigden dat de niet-tijdige betaling van het griffierecht niet aan verzoeker kon worden toegerekend.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad besloten dat de beschikking van 8 juli 2011 in stand blijft, en dat er geen aanleiding was voor een nieuwe beoordeling van de middelen. De uitspraak werd gedaan door de vice-president en een aantal raadsheren, en werd openbaar uitgesproken op 25 november 2011.