ECLI:NL:HR:2007:BA1526
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over partneralimentatie na echtscheiding en toepasselijkheid van overgangsbepalingen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de partneralimentatie na hun echtscheiding, die was uitgesproken wegens overspel. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had de man verzocht om een bijdrage in haar levensonderhoud van Afl. 2.500,-- per maand. Het gerecht in eerste aanleg van Aruba had de man veroordeeld tot betaling van Afl. 1.250,-- per maand, een beslissing die door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba werd bevestigd. De man ging in cassatie, waarbij hij betoogde dat de alimentatieverplichting was geëindigd omdat er meer dan twaalf jaar waren verstreken sinds de inschrijving van de echtscheiding.
De Hoge Raad oordeelde dat de man ten onrechte een beroep deed op de limitering van de alimentatieverplichting zoals vastgelegd in het nieuwe Burgerlijk Wetboek van Aruba. De Hoge Raad stelde vast dat het oude recht van toepassing was, omdat de echtscheiding vóór de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek had plaatsgevonden. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling, waarbij het hof de alimentatie opnieuw moest beoordelen met inachtneming van het oude recht.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij alimentatiezaken rekening te houden met de overgangsbepalingen van het recht, vooral wanneer het gaat om situaties die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving. De Hoge Raad bevestigde dat de termijn voor het indienen van een cassatieberoep drie maanden bedraagt, en dat de man zijn verzoek tijdig had ingediend. De zaak illustreert ook de complexiteit van familierechtelijke geschillen en de impact van wetgeving op bestaande verplichtingen.