ECLI:NL:HR:2011:BP2972
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de heffing van binnenhavengeld door de gemeente Meppel
In deze zaak gaat het om de heffing van binnenhavengeld door de gemeente Meppel, die aan belanghebbende is opgelegd voor het gebruik van de haven in de periode van 22 februari 2002 tot en met 1 maart 2002. De belanghebbende, die met een vrachtschip het Meppelerdiep en de Drentsche Hoofdvaart bevoer, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die door de gemeente was opgelegd. De rechtbank te Assen verklaarde het beroep ongegrond, en het Hof bevestigde deze uitspraak. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de heffing van binnenhavengeld niet kan worden gebaseerd op het enkele maken van een keerbeweging in de haven, zonder dat er sprake is van een ligplaats. De Hoge Raad stelt vast dat het begrip 'gebruik' in de verordening enkel betrekking heeft op een niet geheel voorbijgaand verblijf in de haven, wat inhoudt dat er daadwerkelijk een ligplaats moet worden ingenomen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling.
Daarnaast wordt de gemeente Meppel veroordeeld tot het vergoeden van de kosten van het geding in cassatie aan belanghebbende, inclusief het griffierecht. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 4 februari 2011.