Uitspraak
Uitspraak d.d. 13 mei 2015
het Hoogheemraadschap [X] te [Z], belanghebbende,
de heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Delfland, de heffingsambtenaar,
Beschikkingen, aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Loop van het geding in hoger beroep
Vaststaande feiten
Geschil, standpunten en conclusies
Oordeel van de rechtbank
Ambtshalve
Beoordeling van het geschil
Stb.1994, 419) zijn de vrijstellingen omgezet in uitzonderingen. Een uitzondering is een nadere waarderingsregel; zij bewerkstelligt dat bij de bepaling van waarde van een onroerende zaak de waarde(n) van het (de) uitgezonderde object(en) dat (die) tot de onroerende zaak behoort (behoren), buiten aanmerking wordt (worden) gelaten. Slechts indien de onroerende zaak samenvalt met een uitgezonderd object dan wel uitsluitend bestaat uit uitgezonderde objecten, leidt de uitzondering ertoe dat de gehele waarde van de gehele onroerende zaak buiten aanmerking wordt gelaten en heeft de uitzondering hetzelfde effect als een vrijstelling van de onroerende zaak.
Stb.1982, 723, houdende wijziging van de gemeentewet met betrekking tot de gemeentelijke belastingen en van de Bevoegdhedenwet waterschappen met betrekking tot waterschapsbelastingen. De vrijstelling is bij amendement in de wet van 22 december 1982 opgenomen. Het amendement is als volgt toegelicht:
Handelingen II11 juni 1968, p. 2441) — werken bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater als waterstaatswerken dienen te worden aangemerkt. Ter vermijding van ieder misverstand worden de zuiveringstechnische werken door splitsing van het amendement in twee gedeelten afzonderlijk vermeld.' (Kamerstukken II 1982/83, 17 653, nr. 10.)
- op waardepeildatum 1 januari 2008 : € 104.777.000
- op waardepeildatum 1 januari 2009 : € 111.263.000
- op waardepeildatum 1 januari 2010 : € 101.185.000
Proceskosten
Beslissing
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- wijzigt de beschikkingen aldus dat de vastgestelde waarden van het complex worden
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.