ECLI:NL:HR:2011:BO6782
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Tariefindeling van kinderslaapzakken en de toepassing van de gecombineerde nomenclatuur
In deze zaak gaat het om de tariefindeling van kinderslaapzakken, waarbij de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak doet in het cassatieberoep van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De belanghebbende had bindende tariefinlichtingen aangevraagd voor producten die als 'kinderslaapzakken' zijn aangeduid. De Inspecteur had deze producten ingedeeld onder verschillende tariefposten van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN), maar de belanghebbende was het hier niet mee eens en stelde dat de producten onder een andere post ingedeeld moesten worden.
De Rechtbank te Haarlem had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, en het Hof bevestigde deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat de producten voor baby's en jonge kinderen niet als 'babyslaapzakken' onder post 9404 van de GN kunnen worden ingedeeld, maar dat de indeling onder post 6209 voor baby's en post 6211 voor jonge kinderen correct is. De Hoge Raad legt een vraag voor aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de uitleg van de relevante postonderverdelingen van de GN.
De uitspraak benadrukt het belang van de objectieve kenmerken en eigenschappen van de producten voor de tariefindeling, en dat de aanbiedingsvorm van goederen geen invloed heeft op de indeling, tenzij dit expliciet in de wet is vastgelegd. De Hoge Raad schorst het geding totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan over de gestelde vraag.