ECLI:NL:HR:2013:BZ1879
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Indeling van trappelzakken voor baby’s en jonge kinderen onder douanerechten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Lowlands Design Holding B.V. tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de indeling van trappelzakken voor baby’s en jonge kinderen onder de douanerechten, specifiek onder de tariefposten 6209, 6211 en 9404 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De Hoge Raad heeft de vraag beantwoord of deze trappelzakken als kleding kunnen worden ingedeeld, en onder welke postonderverdeling dit zou moeten gebeuren. De Hoge Raad verwijst naar een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie, die op 6 september 2012 is gewezen in de zaak Lowlands Design Holding B.V. (C-524/11). In deze beslissing werd vastgesteld dat trappelzakken voor baby's moeten worden ingedeeld onder postonderverdeling 6209 20 00 als zij geschikt zijn voor kinderen met een lichaamslengte van niet meer dan 86 cm. Indien dit niet het geval is, dienen zij te worden ingedeeld onder postonderverdeling 6211 42 90. De Hoge Raad concludeert dat de door het Hof vastgestelde feiten geen andere conclusie toelaten dan dat de trappelzakken voor baby's geschikt zijn voor kinderen met een lichaamslengte van niet meer dan 86 cm, en dat de producten voor jonge kinderen niet geschikt zijn voor deze categorie. Daarom faalt het middel en verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.