ECLI:NL:GHAMS:2015:3992

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2015
Publicatiedatum
29 september 2015
Zaaknummer
13/00398
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van scheepscasco’s voor binnenvaart en douanerechten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de indeling van scheepscasco’s voor binnenvaartschepen in de douaneregelgeving. De belanghebbende, [X] B.V., had bezwaar gemaakt tegen de uitnodigingen tot betaling van douanerechten die door de inspecteur van de Belastingdienst/Douane waren opgelegd. De inspecteur had de casco’s ingedeeld onder goederencode 8901 90 10, die betrekking heeft op zeeschepen, terwijl de belanghebbende stelde dat de indeling onder deze code onjuist was en dat de casco’s als binnenvaartschepen moesten worden ingedeeld onder de codes 8901 20 90 of 8901 90 99.

De rechtbank had eerder de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het hoger beroep volgde. Het Hof oordeelde dat de casco’s niet waren ontworpen voor de vaart in volle zee, maar voor de binnenvaart. Dit werd onderbouwd door de documenten en certificeringen die aantoonden dat de casco’s niet geschikt waren voor gebruik op zee. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de inspecteur terecht de douanerechten had nagevorderd op basis van de juiste indeling van de casco’s.

De uitspraak benadrukt het belang van de objectieve kenmerken en eigenschappen van goederen bij de indeling in de douaneregelgeving. Het Hof stelde vast dat de casco’s, hoewel ze in de toekomst als binnenvaartschepen zouden worden gebruikt, niet als zeeschepen konden worden ingedeeld op basis van hun ontwerp en constructie. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de indeling van goederen in de douaneregelgeving, waarbij de bestemming en het ontwerp van het product cruciaal zijn voor de juiste classificatie.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 13/00398 en 13/00399
11 juni 2015
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep van
[X] B.V.te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaken met kenmerken AWB 12/5911 en 12/5912 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.
De inspecteur heeft met dagtekening 20 april 2012 een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) uitgereikt voor een bedrag van € 89.827,49 aan douanerechten.
1.1.2.
De inspecteur heeft met dagtekening 6 juli 2012 een utb uitgereikt voor een bedrag van € 255.087,48 aan douanerechten.
1.2.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij de uitspraken, gedagtekend 7 december 2012, de bezwaren afgewezen.
1.3.
Bij uitspraak van 2 juli 2013 heeft de rechtbank het door belanghebbende
ingestelde beroep ongegrond verklaard.
1.4.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 12 juli 2013. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 april 2015. Het onderzoek in deze zaak heeft gelijktijdig plaatsgevonden met het onderzoek in de zaak met kenmerk 13/00397 en kenmerk 14/00165. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft in haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’:
“2.1. Eiseres heeft op 21 april 2009, 21 augustus 2009, 2 september 2009 en 12 augustus 2010 in totaal 23 aangiften ten invoer gedaan van scheepscasco’s. Eiseres heeft in deze aangiften voor deze goederen telkens de goederencode 8901 90 10 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: GN) opgegeven.
2.2.
Verweerder heeft in april 2012 bij eiseres een controle na de invoer (hierna: cni) uitgevoerd als bedoeld in artikel 78 van het Communautair Douanewetboek (hierna: CDW). Naar aanleiding van deze cni heeft verweerder de utb’s opgelegd.
2.3.
In de utb’s is met betrekking tot bovenstaande aangiften onder meer het volgende opgenomen:
(Zaak 12/5912)
“Bevindingen
Tijdens deze controle bij u te [Z] , is met betrekking tot de onderstaande aangiften een onregelmatigheid geconstateerd. De genoemde aangiften hebben allen betrekking op één scheepscasco. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00, andere
schepen voor vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde zeeschepen. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 90 99 00 moeten worden gebruikt, zijnde andere schepen voor vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen
,zijnde andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde andere met mechanische voortbeweging. Indien het een tankschip, niet zijnde een zeeschip, betreft dan moet de tariefpost 8901 2090 00 gebruikt worden. Uit de mij op dit moment bekende gegevens is af te leiden, dat er hier geen sprake is van casco’s van zeeschepen. De door ons onderzochte casco’s
waren niet bestemdvoor de productie van een schip ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee als bedoeld in aanvullende aantekening 1 (GN) op Hoofdstuk 89 van de Gecombineerde Nomenclatuur. Op basis van de indelingsregels 1, 2a en 6 deel ik de casco’s dan ook niet in als casco’s voor zeeschepen. Ik leid dit af uit de onderstaande bescheiden uit uw administratie en uit het uiteindelijke gebruik van de casco’s voor de binnenvaart.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract “ [kenmerk] voor de levering van o.a. 2 binnenvaart casco’s droge lading type
“Govert SR”.
In artikel 1.1.: casco type Govert Sr met klasse “Lloyd’s Register” en gebouwd volgens de
Europese normen voor de binnenscheepvaart. Het contract is getekend op de datum 10 april
2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met description o.a. 2 hulls for dry cargo vessels typeGovert Sr. Deze invoice is op 28 juni 2007 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Attestation No. [kenmerk] for Hull construction survey staat op de eerste pagina onder het 2e gedachtepunt ‘checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes.
Dit document is opgemaakt op 30 juni 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract [kenmerk] voor de levering van o.a. 1 casco Bilge boat “Bos 17”.
In ‘artikel 1.1.: casco type Bilge boat met klasse “Bureau Veritas” gebouwd volgens de
Europese normen voor de binnenscheepvaart. Bureau Veritas zal een attest afleveren “certificate of hull Construction”, houdende dat het casco gebouwd werd volgens door de Koper afgegeven tekeningen en bestek en volgens hun algemene scheepsbouwnormen voor de binnenvaart. Het contract is getekend op de datum 14 mei 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met description of goods two casco’s type “Bilge Boat” [kenmerk] and [kenmerk] . Deze invoice is op 23 september 2008 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Certificate of Conformity for hull construction classification survey met nummer [kenmerk] staat op de eerste pagina onder het 2ee gedachtepunt checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder
inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 30 juni 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract “ [kenmerk] voor de levering van o.a. 1 casco Bilge boat “Bos 16”.
In ‘artikel 1.1.: casco type Bilge boat met klasse “Bureau Veritas” gebouwd volgens de
Europese normen voor de binnenscheepvaart. Bureau Veritas zal een attest afleveren “certificate of hull Construction”, houdende dat het casco gebouwd werd volgens door de Koper afgegeven tekeningen en bestek en volgens hun algemene scheepsbouwnormen voor de binnenvaart. Het contract is getekend op de datum 14 mei 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met description of goods two casco’s type “Bilge Boat” [kenmerk] and [kenmerk] . Deze invoice is op 23 september 2008 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Certificate of Conformity for hull construction classification survey met nummer [kenmerk] staat op de eerste pagina onder het 2ee gedachtepunt checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 30 juni 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract “ [kenmerk] voor de levering van 4 binnenvaart casco’s tankschip type ‘Cinner”. In ‘artikel 1.1.: casco type “Cinner” met klasse “Bureau Veritas” gebouwd volgens de Europese normen voor de binnenscheepvaart. Bureau Veritas zal een attest afleveren “certificate of hull Construction”, houdende dat het casco gebouwd werd volgens door de Koper afgegeven tekeningen en bestek en volgens hun algemene scheepsbouwnormen voor de binnenvaart. Het contract is getekend op de datum 10 april 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met goods description four (4) tanker vessel type “Cinner”. Deze invoice is op 17 september 2007 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Certificate of Conformity for hull construction classification survey met nummer [kenmerk] staat op de eerste pagina onder het 2ee gedachtepunt checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 30 juni 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract “ [kenmerk] voor de levering van 4 binnenvaart casco’s tankschip type ‘Cinner”. In ‘artikel 1.1.: casco type “Cinner” met klasse “Bureau Veritas” gebouwd volgens de Europese normen voor de binnenscheepvaart. Bureau Veritas zal een attest afleveren “certificate of hull Construction”, houdende dat het casco gebouwd werd volgens door de Koper afgegeven tekeningen en bestek en volgens hun algemene scheepsbouwnormen voor de binnenvaart. Het contract is getekend op de datum 10 april 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met goods description four (4) tanker vessel type “Cinner”. Deze invoice is op 17 september 2007 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Certificate of Conformity for hull construction classification survey met nummer [kenmerk] staat op de eerste pagina onder het 2e gedachtepunt checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 30 juni 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract “ [kenmerk] voor de levering van 4 binnenvaart casco’s tankschip type ‘Cinner”. In ‘artikel 1.1.: casco type “Cinner” met klasse “Bureau Veritas” gebouwd volgens de Europese normen voor de binnenscheepvaart. Bureau Veritas zal een attest afleveren “certificate of hull Construction”, houdende dat het casco gebouwd werd volgens door de Koper afgegeven tekeningen en bestek en volgens hun algemene scheepsbouwnormen voor de binnenvaart. Het contract is getekend op de datum 10 april 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met goods description four (4) tanker vessel type “Cinner”. Deze invoice is op 17 september 2007 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Certificate of Conformity for hull construction classification survey met nummer [kenmerk] staat op de eerste pagina onder het 2ee gedachtepunt checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 30 juni 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
IMA [fiscaalnummer] / [aangiftenummer]
1. Contract “ [kenmerk] voor de levering van 4 binnenvaart casco’s tankschip type ‘Cinner”. In ‘artikel 1.1.: casco type “Cinner” met klasse “Bureau Veritas” gebouwd volgens de Europese normen voor de binnenscheepvaart. Bureau Veritas zal een attest afleveren “certificate of hull Construction”, houdende dat het casco gebouwd werd volgens door de Koper afgegeven tekeningen en bestek en volgens hun algemene scheepsbouwnormen voor de binnenvaart. Het contract is getekend op de datum 10 april 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Invoice met nummer [kenmerk] met goods description four (4) tanker vessel type “Cinner”. Deze invoice is op 17 september 2007 gedagtekend.
3. Op het Bureau Veritas Certificate of Conformity for hull construction classification survey met nummer [kenmerk] staat op de eerste pagina onder het 2ee gedachtepunt checking of the construction of the hull according to the applicable Rules for Classification of Inland Navigation Vessels of Bureau Veritas. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 10 september 2008. Deze datum ligt voor de invoer van het casco. (…)”
(Zaak 12/5911)
“Bevindingen
Tijdens deze controle bij u te [Z] , is met betrekking tot de hierna genoemde aangiften voor plaatsing onder de douaneregeling ‘in het vrije verkeer brengen’ (hierna aangiften) een onregelmatigheid geconstateerd. De genoemde aangiften hebben allen betrekking op scheepscasco’s. Daarbij heeft u gekozen voor een indeling in tariefpost 8901 9010 00, andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde zeeschepen. Naar mijn mening is deze tariefpost onjuist en had 8901 2090 00 moeten worden gebruikt, zijnde andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen, zijnde een tankschip. Uit de mij op dit moment bekende gegevens is af te leiden, dat er hier geen sprake is van casco’s van zeeschepen. De door ons onderzochte casco’s zijn niet bestemd voor de productie van
schepen ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee als bedoeld in aanvullende aantekening 1 (GN) op Hoofdstuk 89 van de Gecombineerde Nomenclatuur. Op basis van de indelingsregels 1, 2a en 6 deel ik de casco’s dan ook niet in als casco’s voor zeeschepen. Ik leid dit af uit de onderstaande bescheiden uit uw administratie.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 21 augustus 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type Ranger. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type ‘Ranger”. In art. 1.1. The vessels shall be 4 (four)hulls of Inland tanker type “Ranger”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] .
De laatste invoice is op 16 maart 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het
casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 10 maart 2009. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
4. In de ‘Irrevocable letter of guarantee” no. [kenmerk] van de ABN-AMRO wordt in de eerste alinea gesproken over the construction of two inland tankers, type “Ranger”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 21 augustus 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type “Ranger”. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type ‘Ranger”. In art. 1.1. The vessels shall be 4 (four) hulls of Inland tanker type “Ranger”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de datum van in voer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 16 maart 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull lnspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 18 maart 2008. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
4. In de ‘irrevocable letters of guarantee” no. [kenmerk] en no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Ranger”.
[fiscaalnummer] 09 20091022 ( [kenmerk] ) dd 21 augustus 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type Ranger. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type ‘Ranger”. In art. 1.1. The vessels shall be 4 (four) hulls of Inland tanker type “Ranger”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de datum van in voer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 16 maart 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 10 maart 2009. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 21 augustus 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type Ranger. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “Ranger”. In art. 1. 1. The vessels shall be 4 (four) hulls of Inland tanker type “Ranger”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 16 maart 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with, the LR’s Ruls and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 10 maart 2009. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 21 augustus 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of two hulls “Type Alpha” of inland vessels. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “AIpha”. In art. 1. 1. The vessels shall be 2 (two) hulls of inland tanker type “Alpha”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of two Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 juli 2006. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no.
[kenmerk] . De laatste invoice is op 16 maart 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conforrmity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 18 maart 2008. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 21 augustus 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of two hulls “Type Alpha” of inland vessels. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “AIpha”. In art. 1. 1. The vessels shall be 2 (two) hulls of inland tanker type “Alpha”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of two Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 juli 2006. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contra no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 16 maart 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Llovd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with The LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 3 november 2008 Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 2 september 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type “Alpha”. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “Alpha”. In at 1.1. The vessels shall be 4 (four)hulls of Inland tanker type “Alpha”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007 Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 14 mei 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 12januari 2009. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
4. In de ‘Irrevocable letters of guarantee” no. [kenmerk] en no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Alpha”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 2 september 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type “Alpha”. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “Alpha”. In at 1.1. The vessels shall be 4 (four)hulls of Inland tanker type “Alpha”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007 Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 14 mei 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 12 januari 2009. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
4. In de ‘Irrevocable letters of guarantee” no. [kenmerk] en no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Alpha”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 2 september 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction and delivery of two Inland Tankers (Hulls) of “Progress”. The seller agrees to build and launch and deliver 2 (two) hulls of Inland tanker type “Progress”. In art. 1.1. The vessels shall be 2 (two) hulls of Inland tanker type “Progress”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of two Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as typ “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks conconstructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the”Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de datum van de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 17 juni 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Protocol of Delivery and Acceptance staat in de tweede alinea: it is herby confirmed that the seller has built and deliver to the buyer and the buyer take delivery and receive the new building of inland chemical tanker hull no [kenmerk] .
4. In de “lrrevocable letters of guarantee’ no. [kenmerk] en no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Progress”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 2 september 2009
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction and delivery of two Inland Tankers (Hulls) of “Progress”. The seller agrees to build and launch and deliver 2 (two) hulls of Inland tanker type “Progress”. In art. 1.1. The vessels shall be 2 (two) hulls of Inland tanker type “Progress”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of two Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 juli 2006. Deze datum ligt voor de datum van de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 17 juni 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Protocol of Delivery and Acceptance staat in de tweede alinea: It is herby confirmed that the seller has built and deliver to the buyer ande the buyer take delivery and receive the new building of inland chemical tanker hull no [kenmerk] .
4. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 22 januari 2009. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
5. In de “Irrevocable letter of guarantee” no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Progress”.
6. In de overgelegde Bill of Lading met nummer [kenmerk] staat bij Shipper’s description of goods: 2 units Hull of Inland tanker type “Progress”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 12 augustus 2010
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type “Alpha”. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “Alpha”. In art. 1.1. The vessels shall be 4 (four)hulls of Inland tanker type “Alpha”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specification concerns the construction and delivery of Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A”, as described in this specification, hereinafter referred to as the “Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 25 november 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the lnland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 27 juli 2009. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
4. In de “Irrevocable letters of guarantee” no. [kenmerk] en no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Alpha”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 12 augustus 2010
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction of four Inland Tankers (Hulls) of Type “Alpha”. The seller agrees to build en launch and deliver 4 (four) hulls of Inland tanker type “Alpha”. In art. 1.1. The vessels shall be 4 (four)hulls of Inland tanker type “Alpha”. In de Enclosure 1 staat onder punt 01 General: This technical specifîcation concerns the construction and delivery of Hull(s) of all welded steel construction intended for the use as type “C” chemical tanker (double hull) on European inland waterways with built-in cargo tanks constructed out of “Hull structural plate steel “grade A” as described in this specification, hereinafter referred to as the ‘Hull”. Het contract is getekend op de datum 10 mei 2007. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] en [kenmerk] met description contract no. [kenmerk] . De laatste invoice is op 25 november 2009 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Certificate of Hull Construction afgegeven door Lloyd’s Register staat onder Scope of Survey bij punt 1. Hull Inspection: on the above date, the hull was found to be in conformity with the LR’s Rules and Regulations for the Clasification of the Inland Waterways Ships. Dit document is opgemaakt op 27 juli 2009. Deze datum ligt voor de datum van invoer van het casco.
4. In de “Irrevocable letters of guarantee” no. [kenmerk] en no. [kenmerk] van de ABN-AMRO worden in de eerste alinea’s gesproken over the construction of two inland tankers, type “Alpha”.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 12 augustus 2010
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction and delivery of 2 x Inland Tankers (Hulls) type “Ranger”. The seller agrees to build and launch and deliver 2 (two) hulls of Inland tanker type “C”. In art. 1.1. The vessels shall be two (2)hulls of lnland tanker type “C’. Het contract is getekend op de datum 2 februari 2008. Deze datum ligt voor de datum van de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] met description Hulls for 2 lnland tankers type “C” name Ranger with no.s [kenmerk] and [kenmerk] . Deze invoice is op 17 juli 2008 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Attestation for Hull Construction survey for the purpose of classification met no.
[kenmerk] afgegeven door Bureau Veritas Marine Division staat onder Type of Vessel: Hull of Inland Tanker. Onder het derde gedachtestreepje staat tevens Survey of construction of the hull according to the Rules for the Classification of Inland Navigation. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 28 januari 2010. Deze datum ligt voor de Invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 12 augustus 2010
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction and delivery of 2 x Inland Tankers (Hulls) type “Ranger”. The seller agrees to build and launch and deliver 2 (two) hulls of Inland tanker type “C”. In art. 1.1, The vessels shall be two (2)hulls of lnland tanker type “C’. Het contract is getekend op de datum 2 februari 2008. Deze datum ligt voor de datum van de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] met description Hulls for 2 Inland tankers type “C” name Ranger with no.s [kenmerk] and [kenmerk] . Deze invoice is op 17 juli 2008 gedagtekend. Deze datum ligt voor de invoer van het casco.
3. Op het Attestation for Hull Construction survey for the purpose of classification met no.
[kenmerk] afgegeven door Bureau Veritas Marine Division staat onder Type of Vessel: Hull of Inland Tanker. Onder het derde gedachtestreepje staat tevens Survey of construction of the hull according to the Rules for the Classification of Inland Navigation. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 28 januari 2010. Deze datum ligt voor de Invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 12 augustus 2010
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction and delivery of 2 x Inland Tankers (Hulls,) type “Ranger”. The seller agrees to build and launch and deliver 2 (two) hulls of Inland Tanker type “C”. In art. 1.1. The vessels shall be two (2,)hulls of Inland tanker type “C”. Het contract is getekend op de datum 2 februari 2008. Deze datum ligt voor de datum van de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] gedagtekend op 17 juli 2008 en nummer [kenmerk] , gedagtekend op 28 januari 2010, met description Hulls for 2 Inland tankers type “C” name Ranger with no.s [kenmerk] and [kenmerk] . Deze data liggen voor de invoer van het casco.
3. Op het Attestation for Hull Construction survey for the purpose of classification met no.
[kenmerk] afgegeven door Bureau Veritas Marine Division staat onder Type of Vessel: Hull of Inland Tanker. Onder het derde gedachtestreepje staat tevens Survey of construction of the hull according to the Rules for the Classification of Inland Navigation. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 28 januari 2010. Deze datum ligt voor de Invoer van het casco.
[fiscaalnummer] [aangiftenummer] ( [kenmerk] ) dd 12 augustus 2010
1. Een shipbuilding contract No. [kenmerk] for construction and delivery of 2 x Inland Tankers (Hulls,) type “Ranger”. The seller agrees to build and launch and deliver 2 (two) hulls of Inland Tanker type “C”. In art.1.1. The vessels shall be two (2,)hulls of Inland tanker type “C”. Het contract is getekend op de datum 2 februari 2008. Deze datum ligt voor de datum van de invoer van het casco.
2. Een invoice met nummer [kenmerk] gedagtekend op 17 juli 2008 en nummer [kenmerk] , gedagtekend op 28 januari 2010, met description Hulls for 2 Inland tankers type “C” name Ranger with no.s [kenmerk] and [kenmerk] . Deze data liggen voor de invoer van het casco.
3. Op het Attestation for Hull Construction survey for the purpose of classification met no.
[kenmerk] afgegeven door Bureau Veritas Marine Division staat onder Type of Vessel: Hull of Inland Tanker. Onder het derde gedachtestreepje staat tevens Survey of construction of the hull according to the Rules for the Classification of Inland Navigation. Het volgende wordt door Bureau Veritas verstaan onder ‘inland navigation’: Inland navigation covers operation of vessels on inland waterways, including rivers, tributaries, canals and lakes. Dit document is opgemaakt op 28 januari 2010. Deze datum ligt voor de Invoer van het casco.
(…)
Vertegenwoordiging
Voor het doen van genoemde aangiften heeft u zich ‘direct’ laten vertegenwoordigen. In de genoemde aangiften trad de firma [A] C.V. uit [B] op als direct vertegenwoordiger. De mogelijkheid van directe vertegenwoordiging is gebaseerd op artikel 5 van het CDW. In de situatie van directe vertegenwoordiging wordt de vertegenwoordigde aangemerkt als aangever. In de genoemde aangiften wordt u dus aangemerkt als aangever. (…)”“
2.2.
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3.Geschil in hoger beroep

3.1.
Primair is in geschil of de inspecteur terecht de UTB heeft uitgereikt. Belanghebbende stelt de scheepscasco’s terecht te hebben aangegeven onder GN-onderverdeling 8901 90 10 (andere schepen, zeeschepen) en zij stelt dat de inspecteur daarom ten onrechte afwijkt van de aangiften door de scheepscasco’s in te delen onder GN-onderverdeling 8901 20 90 (tankschepen) of GN-onderverdeling 8901 90 99 (andere schepen, met mechanische voortbeweging).
3.2.
Indien en voor zover het gelijk ten aanzien van de indeling aan de inspecteur is, houdt partijen verdeeld of de inspecteur op grond van artikel 220, tweede lid, aanhef en onder b, van het CDW, gehouden is om af te zien van navordering.
3.3.
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.

4.Relevante wet- en regelgeving

Post 8901 van de GN
8901 Passagiersschepen, rondvaartboten, veerboten, vrachtschepen, aken en dergelijke schepen voor het vervoer van personen of van goederen:
(…)
8901 20 − tankschepen:
8901 20 10 − − zeeschepen vrij
8901 20 90 − − andere 1,7
(…)
8901 90 – andere schepen voor het vervoer van goederen en andere schepen die zowel bestemd zijn voor het vervoer van personen als van goederen:
8901 90 10 – – zeeschepen vrij
− − andere:
8901 90 91 − − − zonder mechanische voortbeweging 1,7
8901 90 99 − − − met mechanische voortbeweging 1,7
Waar in de Nederlandse taalversie wordt gesproken over ‘– – zeeschepen’ wordt in de Engelse, Franse en Duitse taalversie gesproken over:
‘– – Seagoing’
‘– – pour la navigation maritime’
‘– – für die Seeschifffahrt’
Aanvullende aantekening 1 bij Hoofdstuk 89
“De onderverdelingen 8901 10 10, 8901 20 10, 8901 30 10, 8901 90 10, 8902 00 12, 8902 00 18, 8903 91 10, 8903 92 10, 8904 00 91 en 8906 90 10 hebben alleen betrekking op schepen, ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee en waarvan de grootste buitenwerks
gemeten lengte van de romp (uitstekende delen niet medegerekend) 12 m of meer is. Voor de vaart in volle zee ontworpen en gebouwde vissersvaartuigen en reddingsboten en -schepen worden echter steeds als zeeschepen aangemerkt, ongeacht hun lengte.”
Waar in de Nederlandse taalversie van de aanvullende aantekening wordt gesproken over ‘ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee’ wordt in de Engelse, Franse en Duitse taalversie gesproken over:
‘designed as seagoing’
‘conçus pour tenir la haute mer’
‘die ihrer Beschaffenheit nach seetüchtig sind’
Toelichting EG op hoofdstuk 89
“Als ‘schepen ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee’ worden beschouwd de schepen die zodanig zijn gebouwd en uitgerust dat zij bij moeilijke weersomstandigheden (ongeveer windkracht 7 op de schaal van Beaufort) op zee kunnen verblijven. Dergelijke schepen hebben gewoonlijk een dek en een opbouw die ook bij zwaar weer waterdicht zijn.
Onder ‘grootste buitenwerks gemeten lengte van de romp’ moet worden verstaan de lengte van de romp gemeten tussen het voorste punt van de boeg en het achterste punt van het achterschip, de al dan niet met de romp tot één vorm verwerkte uitstekende delen (bijvoorbeeld roer, boegspriet, hengelplatform of duikplank) niet inbegrepen.
Als ‘zeeschepen’ worden eveneens aangemerkt de vaartuigen en luchtkussenvaartuigen die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, ook indien zij voornamelijk worden gebruikt in kustwateren, in riviermondingen, op meren, enz.”

5.De overwegingen van de rechtbank

De rechtbank heeft ten aanzien van het geschil het volgende overwogen:
“5.1. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de posten en in de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven.
De door de Commissie vastgestelde toelichtingen op de GN en de in het kader van de Werelddouaneorganisatie uitgewerkte toelichtingen op het geharmoniseerd systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten.
5.2.
Ingevolge de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken.
5.3.
Voorts kan volgens de rechtspraak van het HvJ de bestemming van het product
een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het
product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de
objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie arrest van 1 juni 1995, Thyssen Haniel Logistic, C-459/93, Jurispr. blz. I-1381, punt 13, en het arrest Holz Geenen, punt 15). In de zaak C-486/06 (BVBA van Landeghem) van 6 december 2007 heeft het HvJ in punt 27 uiteengezet dat uit de bewoording van de post kan worden afgeleid wat de hoofdbestemming van het goed is en dat de hoofdbestemming van het goed beslissend is voor de indeling indien zij inherent is aan het goed. Voor de van gelijk gewicht zijnde (aanvullende) aantekeningen op een tariefpost geldt hetzelfde (vgl. de conclusie van A-G Van Hilten van 15 november 2010 in de zaak 10/01369, LJN: BO6782).
Indeling van de goederen
5.4.1.
De rechtbank stelt voorop dat nu verweerder wil afwijken van de aangifte, op hem de bewijslast rust. Verweerder leidt de door hem voorgestane indelingen af uit de documenten die hij bij de onder 2.2 genoemde cni telkens bij de in geding zijnde aangiften in de administratie van eiseres heeft aangetroffen. Met name de uiteindelijke certificering van de casco’s is voor verweerder een aanwijzing voor het criterium “ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee”. Wanneer een casco wordt aangegeven voor het vrije verkeer zijn de kenmerken en eigenschappen van het casco op het moment waarop die aangifte wordt gedaan in acht genomen om de juiste goederencode vast te stellen. Het casco komt niet neutraal binnen. Er is telkens sprake van een niet afgewerkt schip dat de essentiële kenmerken vertoont van dat schip waarvoor het is ontworpen. Indelingsregel 2a moet hier worden toegepast. Het ontwerp en daarmee ook de constructie en sterkte van het schip is bepalend of het een zeeschip is. Niet is bepalend wat een schip bij de meest gunstige omstandigheden kan, maar waarvoor het is ontworpen en gebouwd. Zeeschepen worden niet ontworpen om te varen op binnenwateren en binnenvaartschepen worden niet ontworpen voor de vaart op volle zee. Het ontwerp en uiteraard het resultaat in de uitvoering daarvan, zijn voor de certificeringsorganisaties leidend bij de beoordeling van het gewenste gebruik van het schip. In geen enkel geval is sprake van een ontwerp van het casco voor een zeeschip.
5.4.2.
Eiseres is van mening dat objectief moet worden vastgesteld of de schepen voldoen aan de criteria die in de toelichting worden gesteld, ofwel dat voldoende is om vast te stellen dat een schip onder voorwaarden “zeewaardig” is. Niet is van belang of de schepen bedoeld zijn om op zee te worden gebruikt. Uit de tekst van de GN-toelichting op hoofdstuk 89 volgt dat de aanvullende aantekening op Hoofdstuk 89 (ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee) zo moet worden gelezen dat daaraan voldaan wordt indien “de schepen zodanig zijn gebouwd en uitgerust dat zij bij moeilijke weersomstandigheden (ongeveer windkracht 7, volgens de schaal van Beaufort) op zee kunnen verblijven”. Hieruit blijkt geenszins de voorwaarde dat de schepen bedoeld moeten zijn om daadwerkelijk op zee te gaan verblijven. Ook blijkt uit de toelichting dat vaartuigen die voornamelijk in de kustwateren, in riviermondingen op meren enzovoorts worden gebruikt, als zeeschepen worden aangemerkt indien zij aan de zeewaardigheideisen voldoen. De classificatie door certificeringbureaus en het “gesloten systeem van toezicht” zijn voor de indeling van de casco’s in de GN irrelevant. Eiseres beroept zich voorts op de uitspraak van de Tariefcommissie van 14 december 1994, nummer TC 13061 (UTC 1995/14).
5.4.3.
Uit de bewoording van de post volgt dat om als zeeschip te kunnen worden ingedeeld in de GN bij invoer moet vaststaan, dat het goed een zeeschip is. De aanvullende aantekening op Hoofdstuk 89 onderstreept dit door te benadrukken dat onder andere onderverdelingen 8901 20 10 en 8901 90 10 alleen betrekking hebben op schepen ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee. Uit hetgeen de rechtbank onder 5.3 heeft overwogen volgt dat uit de bewoording van de post en ook genoemde aanvullende aantekening tot uitdrukking wordt gebracht dat hierin een bestemming besloten ligt die bij de indeling van de onderhavige casco’s ten tijde van de invoer een belangrijke rol speelt. Uit de bewoording van de post en de aanvullende aantekening volgt dat ten tijde van de invoer de hoofdbestemming van het goed zeeschip moet zijn en dat dit beslissend is voor de indeling indien zij inherent is aan het goed. Verweerder heeft met de onder 2.3 genoemde bevindingen bij de onderscheidenlijke aangiften vermelde en in de administratie van eiseres aangetroffen documenten, voldoende aannemelijk gemaakt dat de vermelde goederencode in de aangiften onjuist is. De aankoop van het casco is steeds gericht geweest op een casco voor binnenschip of tanker voor de binnenvaart. Ten tijde van de invoer was blijkens die documenten steeds de bestemming van de casco’s, binnenschip of tanker voor de binnenvaart. De casco’s zijn blijkens deze documenten ook niet ontworpen als zeeschip. Het moet er daarom voor worden gehouden dat deze casco’s ten tijde van de invoer niet de bestemming van zeeschip hadden en dat dit, gelet op het ontwerp, inherent was aan deze goederen. Verweerder is daarom terecht van de aangifte afgeweken en heeft de correcties terecht aangebracht. De opvatting van eiseres met betrekking tot de GN-toelichting volgt de rechtbank niet. Allereerst is de toelichting slechts een hulpmiddel en geen wettelijk verbindende bepaling. Daarenboven volgt uit de toelichting niet dat indien aan de “zeewaardigheidcriteria” wordt voldaan het casco dan automatisch een zeeschip is. Deze criteria benadrukken veeleer dat een zeeschip daaraan tenminste moet voldoen. Het beroep op de uitspraak van de Tariefcommissie faalt, omdat die uitspraak betrekking had op een specifiek vaartuig. De feiten van die casus stemmen niet overeen met de onderhavige. Het vorenstaande geldt gelet op de onder 2.3 vermelde documenten evenzeer voor de casco’s van het type BOS en Alpha. Dat deze casco’s mogelijk zijn versterkt met extra staal maakt dit niet anders.
Vertrouwensbeginsel
5.5.1.
Eiseres beroept zich erop dat de direct vertegenwoordiger van eiseres [A] , medio 2006 een gesprek heeft gehad met de douaneautoriteiten over de invoer van scheepscasco’s uit de Chinese Volksrepubliek en dat tijdens dat gesprek de douane een tariefinlichting heeft gegeven.
Eiseres concludeert dat de aangifte eindigend op nummer [aangiftenummer X] door verweerder is gecontroleerd en dat in de verificatiebevinding is vastgelegd dat de aangegeven GN-code correct was. Hierdoor is sprake van een actieve gedraging hetgeen door verweerder is bevestigd door alleen van deze ene aangifte niet na te vorderen. Dit betekent dat de douaneautoriteiten zich hebben vergist, waardoor op grond van artikel 220, tweede lid, aanhef, letter b, van het CDW de wettelijk verschuldigde rechten niet mogen worden geboekt. De douane heeft jaren achtereen de aangiften met de aangegeven goederencode geaccepteerd. Dit stilzitten van verweerder leidt tot een actieve gedraging.
5.5.2.
Verweerder stelt dat slechts mondeling van gedachten is gewisseld met een ambtenaar van het aangiftepunt, die geen mandaat had om een tariefinlichting te geven. Het gesprek kan dan ook niet worden gekwalificeerd als een tariefinlichting. Anders dan een bindende tariefinlichting (bti) is een dergelijke inlichting niet bindend en kan daarom geen vertrouwen wekken. Het indelingsvraagstuk is echter niet voorgelegd aan het gespecialiseerde team dat landelijk verantwoordelijk is voor de afgifte van een bti. Verweerder bestrijdt ook de juistheid van de weergave van het telefoongesprek met een ambtenaar van de douanepost Reeweg. Aanleiding voor het mondelinge contact is niet de classificatie van de casco’s geweest, maar het gevolg van het feit dat na 1 januari 2006 het nulrecht op grond van het algemeen preferentieel systeem niet meer van toepassing was op goederencode 8901 90 99 in combinatie met Chinese oorsprong. Men is toen op zoek gegaan naar een andere code en dat was de code voor zeeschip. Voor 1 januari 2006 werden de casco’s niet aangegeven als zeeschip. Verweerder bestrijdt het standpunt van eiseres met betrekking tot de aangifte eindigend op nummer [aangiftenummer X] . Ten eerste is eiseres niet de aangever. [A] is weliswaar ook voor deze aangifte opgetreden als direct vertegenwoordiger, maar eiseres was in deze aangifte niet de aangever. Dat was een derde. Eiseres kan geen beroep doen op het bij die aangifte eventueel opgewekte vertrouwen. Mocht dit vertrouwen inderdaad zijn gewekt, dan komt dat slechts aan die derde toe. Ten tweede blijkt met betrekking tot deze aangifte uit de daarbij behorende controleopdracht, dat de controle uitsluitend gericht is geweest op de vaststelling van het verband tussen bescheiden en betrokken casco. Tevens werd gecontroleerd of er sprake was van aan accijns onderworpen goederen. De inzet van de controle en de uitslag hebben dus geen betrekking op de aangegeven goederencode. Er is geen sprake van, dat uit het stilzitten van de douane kan worden afgeleid dat hier sprake is van een actieve gedraging. Een beroep op het vertrouwensbeginsel faalt ook omdat de aangiften niet voldoen aan alle voorschriften van de geldende regeling. De omschrijving van de goederen op de aangifte “scheepscasco” stemt niet overeen met de aangegeven goederencode.
5.5.3.
Volgens vaste jurisprudentie van het HvJ beoogt artikel 220, tweede lid, aanhef, sub b, van het CDW de bescherming van gewettigd vertrouwen van de douaneschuldenaar (in de juistheid van alle factoren die een rol spelen bij het besluit om al dan niet tot boeking achteraf van douanerechten over te gaan). Op grond van deze bepaling wordt niet overgegaan tot boeking achteraf van douanerechten indien de volgende vier, cumulatieve voorwaarden zijn vervuld: het niet heffen van de rechten is te wijten aan een vergissing van de bevoegde autoriteiten zelf; de vergissing is van dien aard dat zij redelijkerwijze niet kon worden ontdekt; de douaneschuldenaar is te goeder trouw; en de douaneschuldenaar heeft aan alle voorschriften van de geldende regeling inzake de douaneaangifte voldaan. Uit het arrest van het HvJ van 27 juni 1991, C-348/89, inzake Mecanarte, volgt dat vergissingen inzake de uitlegging of de toepassing van de voorschriften betreffende de rechten bij invoer of bij uitvoer, die de belastingschuldige niet redelijkerwijze kon ontdekken, alle vergissingen omvatten, wanneer zij het gevolg zijn van een actieve gedraging.
5.5.4.
Op eiseres rust de bewijslast haar stelling aannemelijk te maken dat de voorwaarden voor een beroep op het vertrouwensbeginsel zijn vervuld. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aan haar bewijslast heeft voldaan. De enkele stelling van eiseres dat door de douane een tariefinlichting is verstrekt, levert geen bewijs. Dit klemt temeer nu verweerder dit bovendien weerspreekt. Deze grond faalt derhalve.
5.5.5.
Eiseres doet met een verwijzing naar de controleresultaten van een controle van aangifte [aangiftenummer X] eveneens een beroep op het vertrouwensbeginsel, doch heeft deze stelling niet nader onderbouwd. Nu verweerder ook dit standpunt gemotiveerd heeft betwist en iedere concrete onderbouwing ontbreekt, wijst de rechtbank ook deze grond af. Gelet op vorenstaande behoeft de stelling van eiseres met betrekking tot de actieve gedraging van de inspecteur geen bespreking.”

6.Beoordeling van het geschil

Tariefindeling
6.1.
Alle 23 in de UTB’s begrepen scheepscasco’s zijn aangegeven onder goederencode 8901 90 10 (andere schepen voor vervoer van goederen, zeeschepen). Uit de stukken van het geding volgt dat in 20 gevallen sprake is van casco’s voor tankschepen. Tankschepen worden met name genoemd in onderverdeling 8901 20 van het Geharmoniseerde Systeem (hierna: GS). In de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) is GS-onderverdeling 8901 20 nader onderverdeeld in 8901 20 10 (zeeschepen) en 8901 20 90 (andere). Het Hof verstaat het hoger beroep van belanghebbende aldus dat zij bepleit dat voor de in de UTB betrokken tankschepen GN-onderverdeling 8901 20 10 (vrij) van toepassing is, waar de inspecteur 8901 20 90 (1,7%) voorstaat.
6.2.
Daarnaar gevraagd heeft belanghebbende ter zitting bevestigd dat de ingevoerde casco’s in de scheepvaart worden aangeduid als (casco’s voor) binnenvaartschepen, doch zij heeft daaraan toegevoegd dat dit gegeven niet relevant is voor de indeling in de GN, nu de term ‘binnenvaartschip’ in de GN niet voorkomt en de GN haar eigen regels kent voor het onderscheid tussen zeeschepen en niet-zeeschepen. Dat de casco’s na invoer ook daadwerkelijk zijn afgebouwd voor gebruik als binnenvaartschip acht belanghebbende om diezelfde reden niet van belang. Het Hof overweegt ter zake als volgt.
6.3.
Ingevolge algemene regel 2 a voor de interpretatie van de GN heeft de vermelding van een goed in een post eveneens betrekking op dat goed in niet-complete of in niet-afgewerkte staat, zoals de onderwerpelijke casco’s. Algemene regel 6 bepaalt dat voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen – alsmede „mutatis mutandis” de regels 1 tot en met 5 – wettelijk bepalend zijn.
6.4.
De bewoordingen van de door belanghebbende voorgestane GN-onderverdelingen 8901 20 10 en 8901 90 10 luiden: ‘zeeschepen’. Uit andere taalversies van deze GN-onderverdelingen volgt dat de wetgever hiermee het oog heeft op schepen bestemd voor de zeescheepvaart (‘Seagoing’, ‘pour la navigation maritime’, ‘für die Seeschifffahrt’). In aanvullende aantekening 1 op hoofdstuk 89 is gepreciseerd dat genoemde onderverdelingen, alsmede een aantal andere – hier niet van belang zijnde – GN-onderverdelingen van Hoofdstuk 89 van de GN, alleen betrekking hebben op schepen ‘ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee’.
6.5.
De onderwerpelijke (casco’s voor) binnenvaartschepen zijn ontworpen en gebouwd voor de vaart op binnenwateren. Zulks volgt naar ’s Hofs oordeel uit de door de rechtbank onder 2.2 aangehaalde handelsbescheiden en certificeringen.
6.6.
Gelet hierop is naar het oordeel van het Hof geen sprake van zeeschepen en dienen de scheepscasco’s, naar gelang hun aard (tankschip of motorvrachtschip), te worden ingedeeld onder de GN-onderverdelingen 8901 20 90 (tankschepen) of 8901 90 99 (motorvrachtschepen). Hieruit volgt dat het gelijk in zoverre aan de inspecteur is.
Afzien navordering
6.7.
Artikel 220, tweede lid, aanhef en onder b, van het CDW bevat drie cumulatieve voorwaarden waaraan moet worden voldaan om recht te hebben op het afzien van navordering. Boeking achteraf blijft ingevolge deze bepaling achterwege indien het wettelijk verschuldigde bedrag aan rechten niet is geboekt ten gevolge van een vergissing van de douaneautoriteiten zelf, die de belastingschuldige redelijkerwijze niet kon ontdekken en waarbij zij te goeder trouw heeft gehandeld en aan alle voorschriften van de geldende bepalingen inzake de douaneaangifte heeft voldaan.
6.8.
Belanghebbende heeft gesteld dat een vergissing in vorenbedoelde zin is gelegen in een drietal gedragingen van de inspecteur:
  • verstrekken van een onjuiste telefonische tariefinlichting;
  • jarenlang niet controleren van enige aangifte van belanghebbende (stilzitten);
  • fysieke controle van één aangifte, gedaan door de direct vertegenwoordiger van belanghebbende in opdracht van een andere importeur.
Het Hof overweegt ter zake als volgt.
Tariefinlichting
6.9.
De inspecteur heeft ter zitting erkend dat door een ambtenaar, werkzaam op het aangiftepunt Reeweg te Rotterdam, op of omstreeks 20 juli 2006 telefonisch een tariefinlichting is verstrekt aan een medewerker van [A] C.V., de direct vertegenwoordiger van belanghebbende. Omtrent de precieze inhoud van dit telefoongesprek is door het Hof geen duidelijkheid verkregen, doch het Hof acht aannemelijk dat de medewerker van de direct vertegenwoordiger uit dit telefoongesprek heeft begrepen dat de inspecteur het juist acht dat casco’s van binnenvaartschepen in de GN worden ingedeeld als ‘zeeschepen’. De direct vertegenwoordiger heeft dit standpunt, naar belanghebbende onweersproken heeft gesteld, in een memo met dagtekening 24 juli 2006 kenbaar gemaakt aan alle importeurs van scheepscasco’s die van haar diensten gebruik maakten, waaronder belanghebbende, en heeft vanaf dat moment haar aangiftegedrag gewijzigd en alle door haar aangegeven scheepscasco’s voor de binnenvaart ( [XXX] stuks) aangegeven als ‘zeeschepen’ (0%). Het Hof overweegt ter zake als volgt.
6.10.
Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) is de inspecteur niet gebonden aan door hem verstrekte inlichtingen, uitgezonderd bindende tariefinlichtingen (vgl. HvJ EU arrest van 12 december 1996, Olasagasti & C. Srl, C-47/95 e.a. punt 30). Bindende tariefinlichtingen worden op schriftelijk verzoek (art. 12 CDW) schriftelijk verstrekt (art. 7 UCDW). Nu vaststaat dat de inspecteur aan belanghebbende geen bindende tarieflichting heeft verstrekt is de inspecteur niet gehouden van navordering af te zien, zelfs indien zou komen vast te staan dat hij belanghebbende telefonisch onjuist heeft geïnformeerd.
Jarenlang niet controleren van aangiften
6.11.
Belanghebbende heeft gesteld dat zij in een vergelijkbare situatie verkeert als die welke aan de orde was in het arrest van het HvJ EU van 1 april 1993, C-250/91 (Hewlett Packard France). De inspecteur heeft betoogd dat dit arrest gedateerd is en daarom thans geen betekenis meer toekomt. In genoemd arrest oordeelde het HvJ EU dat sprake is van een vergissing van de douaneautoriteiten wanneer die autoriteiten, ondanks het aantal en de omvang van de door de belastingschuldige verrichte importen, geen bezwaar hebben gemaakt tegen de tariefindeling van de betrokken goederen, ofschoon een vergelijking van de aangegeven tariefpost met de uitdrukkelijke omschrijving van de goederen volgens de specificaties van de nomenclatuur de verkeerde tariefindeling aan het licht zou hebben gebracht. De stelling van belanghebbende faalt, reeds omdat niet aan laatstgenoemde voorwaarde is voldaan. In alle aangiften is als goederenomschrijving enkel vermeld “scheepscasco”, zodat bij een vergelijking van de aangegeven tariefpost met de goederenomschrijving de onjuistheid van de tariefindeling als ‘zeeschip’ niet aan het licht zou zijn gekomen.
6.12.
De inspecteur heeft geen van de onderwerpelijke aangiften na aanvaarding onderworpen aan een verificatie van de daarin opgenomen vermeldingen. De inspecteur heeft ter zake aangevoerd dat aangiften voor controle worden geselecteerd op basis van risicoanalyses in het kader van risicobeheer als bedoeld in artikel 4, punt 26, van het CDW en dat – tot medio 2011 – geen risico’s werden onderkend ten aanzien van de invoer van scheepscasco’s, zodat geen aanleiding bestond om deze aangiften voor een controle te selecteren. Deze handelwijze van de inspecteur is naar ’s Hofs oordeel in overeenstemming met de bedoeling van de Uniewetgever, zoals tot uitdrukking gebracht in de tweede overweging van de preambule van Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005, houdende wijziging van het CDW.
6.13.
Gelet op het vorenoverwogene kan de wijze waarop de inspecteur de door belanghebbende ingediende aangiften heeft afgehandeld niet als vergissing in de zin van artikel 220, lid 2, onder b, van het CDW worden aangemerkt.
Fysieke controle van een aangifte van een andere importeur
6.14.
Belanghebbende heeft zich op het standpunt gesteld dat een vergissing van de inspecteur is gelegen in de wijze waarop de inspecteur de aangifte met nummer [fiscaalnummer] [aangiftenummer X] van 27 maart 2009 heeft afgehandeld. Het betreft een aangifte voor een scheepscasco, gedaan door [A] C.V. (de direct vertegenwoordiger van belanghebbende) in opdracht van een andere importeur ( [naam vennootschap] B.V.). Naar ’s Hofs oordeel vormt de afhandeling van de aangifte van een andere importeur geen gedraging jegens belanghebbende, zodat belanghebbende reeds om die reden geen vertrouwen aan deze gedraging kan ontlenen, nog daargelaten dat de ambtenaar die de fysieke controle heeft uitgevoerd – naar de inspecteur onweersproken heeft gesteld – uitsluitend beschikte over de aangiftegegevens, met als goederenomschrijving enkel het woord ‘scheepscasco’, zodat niet kan worden gezegd dat de ambtenaar zich heeft ‘vergist’ doordat hij niet heeft onderkend dat geen sprake was van een zeeschip. Van een vergissing kan slechts sprake kan zijn indien de douaneautoriteiten de rechtsregels onjuist hebben toegepast, ondanks dat zij beschikten over alle volledige en juiste (feitelijke) gegevens, benodigd voor een correcte toepassing van de desbetreffende indeling.
6.15.
Nu geen sprake is van een vergissing en, zoals volgt uit 6.11, evenmin is voldaan aan alle voorschriften van de geldende bepalingen inzake de douaneaangifte, is de inspecteur niet gehouden op grond van artikel 220, lid 2, aanhef en onder b van het CDW, af te zien van navordering.
Slotsom
6.16.
De slotsom is dat het hoger beroep van belanghebbende ongegrond is. De uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.

7.Kosten

Het Hof ziet geen aanleiding tot een veroordeling in de proceskosten.

8.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door mrs. B.A. van Brummelen, voorzitter van de douanekamer,
A. Bijlsma en E. Polak, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van mr. S.K. Grando, als griffier. De beslissing is op 11 juni 2015 in het openbaar uitgesproken.
Bij afwezigheid van de voorzitter is de uitspraak ondertekend door de jongste raadsheer.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.