ECLI:NL:HR:2010:BL0078
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verschoonbaarheid termijnoverschrijding bij indienen hoger beroep in vennootschapsbelastingzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2001, waarbij de Inspecteur het bezwaar tegen de aanslag niet-ontvankelijk verklaarde. De Rechtbank te Breda heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof, dat het hoger beroep echter niet-ontvankelijk verklaarde wegens overschrijding van de beroepstermijn. Belanghebbende heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar het Hof heeft het verzet ongegrond verklaard.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een onjuiste maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van de termijnoverschrijding. Volgens artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht kan een niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijven indien de indiener niet in verzuim is geweest. De Hoge Raad stelt vast dat belanghebbende, zelfs als zij de uitspraak pas op 8 april 2008 heeft ontvangen, nog tijdig een beroepschrift had kunnen indienen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling van het verzet.
De Hoge Raad gelast tevens dat de Staat het griffierecht van € 433 aan belanghebbende vergoedt. Dit arrest is gewezen op 22 januari 2010 door de raadsheren C.B. Bavinck, A.R. Leemreis en J.A.C.A. Overgaauw, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier E. Cichowski.