Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Feiten
Eiser:(…) De aanslag van 12 december 2014 heb ik ontvangen. Het origineel van de aanslag heb ik niet. Ik heb een duplicaat van de aanslag opgevraagd. Dat heb ik in 2015 gedaan. Ik weet niet precies wanneer. Daarna heb ik vrij snel bezwaar gemaakt.
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het hoger beroep
amper de tijd om met [belanghebbende] de stukken door te nemen en voor te bereiden voor de zitting”) wordt door het Hof niet zodanig dringend geacht dat het verzoek is toegewezen; dit in het licht van de afweging van het belang van belanghebbende bij uitstel, tegen het belang van de voortgang van de zaak. Ook heeft het Hof meegewogen de omstandigheden dat uit de uitstelverzoeken niet volgt dat de gemachtigde van belanghebbende verhinderd is te verschijnen op de zitting van 7 januari 2020, dat het een relatief klein dossier betreft, de uitspraak van de rechtbank van 6 juli 2018 dateert en twee eerdere uitstelverzoeken van belanghebbende zijn gehonoreerd. Voorts is de uitnodiging voor de zitting voor ontvangst getekend (zie 1.5). Dat de gemachtigde van belanghebbende, voor zover hij dat aan de orde wilt stellen, de uitnodiging niet in persoon in ontvangst heeft genomen, leidt niet tot een ander oordeel reeds omdat uit zijn brief van 26 december 2019 blijkt dat hij kennis heeft gekregen van de uitnodiging.
21 oktober 2016 stelt de rechtbank dat vast dat deze brieven alle het aanslagnummer van de aan eisers echtgenote opgelegde aanslag ib/pvv 2011 ( [...] ) vermelden en daarom niet als bezwaar tegen de aan eiser opgelegde aanslag ib/pvv 2011 zijn aan te merken.