ECLI:NL:HR:2009:BK3060
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak Hof inzake samenstel van onroerende zaken onder de Wet WOZ
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de waardering van onroerende zaken onder de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, een persoon die onroerende zaken bezit in de gemeente Utrecht, had bezwaar gemaakt tegen de waardebepalingen van de heffingsambtenaar voor de panden aan de a-straat 1 en a-straat 2 voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 13 december 2006. De heffingsambtenaar handhaafde zijn besluiten na bezwaar, maar de Rechtbank te Utrecht verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de heffingsambtenaar. Hierop ging de heffingsambtenaar in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de zaak terugwees voor verdere behandeling.
De belanghebbende stelde cassatie in tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat er geen sprake was van een samenstel van onroerende zaken, omdat het oordeel van het Hof te veel afhankelijk was van de waarneembare samenhang voor derden. De Hoge Raad benadrukte dat bij de beoordeling van een samenstel ook omstandigheden die voor derden niet waarneembaar zijn, in aanmerking moeten worden genomen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de gemeente Utrecht gelast om het griffierecht van € 106 aan de belanghebbende te vergoeden. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van de Wet WOZ en de criteria voor het vaststellen van een samenstel van onroerende zaken.