ECLI:NL:HR:2006:AY8649
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Strijdigheid van de afschrijvingstabel in de Wet BPM met artikel 90 EG
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 september 2006 uitspraak gedaan over de afschrijvingstabel in artikel 10 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, die op 1 maart 2002 een bedrag van € 12.703 aan BPM had voldaan, had bezwaar gemaakt tegen deze heffing en verzocht om teruggaaf. Het bezwaar werd afgewezen door de Inspecteur, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat de afschrijvingstabel in strijd is met artikel 90 EG. Het Hof had geoordeeld dat de BPM-druk op gebruikte voertuigen, ongeacht hun registratie, gelijk moest zijn, maar de Hoge Raad stelde vast dat de tabel niet voldoende rekening hield met andere relevante waardeverminderingsfactoren zoals merk, model en technische staat. De Hoge Raad benadrukte dat de wetgever niet had voldaan aan de eis om de criteria voor de waardevermindering openbaar te maken, waardoor het niet mogelijk was om te waarborgen dat de belasting op ingevoerde voertuigen niet hoger was dan op vergelijkbare voertuigen die al in Nederland geregistreerd waren.
De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van rechtsbijstand aan de belanghebbende. Dit arrest benadrukt de noodzaak van transparantie in belastingwetgeving en de bescherming van de rechten van belastingplichtigen.