In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem inzake de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) voor een Audi Q5. Belanghebbende had op 10 november 2009 aangifte gedaan voor de BPM met een kilometerstand van 20 km, maar de inspecteur stelde dat de auto als nieuw moest worden aangemerkt, wat leidde tot een naheffingsaanslag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar belanghebbende ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de kilometerstand op het moment van het belastbare feit anders was dan vermeld in het taxatierapport. Het Hof concludeerde dat de auto, met een kilometerstand van 20 km en nog niet in gebruik genomen, als nieuw moest worden gekwalificeerd. Het beroep van belanghebbende werd afgewezen, maar het Hof stelde vast dat de naheffingsaanslag € 120 te hoog was vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en de naheffingsaanslag werd verlaagd tot € 5.151. De inspecteur werd gelast het betaalde griffierecht te vergoeden.