ECLI:NL:HR:2009:BH9943
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
ISD-maatregel en de richtlijnen voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juli 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft de oplegging van de ISD-maatregel aan een verdachte die meer dan vier maanden aan onherroepelijke vrijheidstraffen openhad staan. De verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. M.C. van Linde, stelde dat de vordering van het Openbaar Ministerie tot oplegging van de ISD-maatregel in strijd was met de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige zeer actieve veelplegers. De Hoge Raad oordeelde dat de Richtlijn, hoewel niet als formele wet, wel als bindend beleid voor het Openbaar Ministerie moet worden beschouwd. De Hoge Raad concludeerde dat de rechter de ISD-maatregel niet kan opleggen als de vordering van het OM in strijd is met deze Richtlijn. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak van het Hof, maar alleen wat betreft de oplegging van de sanctie, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbeoordeling. Dit arrest benadrukt het belang van de Richtlijn en de beginselen van behoorlijke rechtspleging in het strafrecht, vooral in gevallen waarin de ISD-maatregel aan de orde is.