ECLI:NL:GHARN:2009:BJ7964
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- A.W.M. Elders
- A.E. Harteveld
- G.C. Gillissen
- Rechtspraak.nl
Opheffing voorlopige hechtenis in verband met ISD-maatregel
Op 17 september 2009 heeft het Gerechtshof Arnhem uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige hechtenis van een verdachte, die eerder was veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) bij arrest van 24 november 2008. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest, waarover de Hoge Raad nog niet had beslist. De raadsman van de verdachte verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis, verwijzend naar een arrest van de Hoge Raad van 7 juli 2009, waarin werd gesteld dat het openbaar ministerie en de rechter gebonden zijn aan de Richtlijn voor strafvordering bij het vorderen van een ISD-maatregel.
Het hof heeft in raadkamer de advocaat-generaal en de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsman. De raadsman betoogde dat de vordering van de ISD-maatregel in strijd was met de Richtlijn, wat zou betekenen dat het hof deze maatregel niet had mogen opleggen. Het hof oordeelde dat de situatie niet zonder meer vergelijkbaar was met het geval dat in het arrest van de Hoge Raad aan de orde was, maar erkende dat het niet uitgesloten was dat de Hoge Raad de oplegging van de maatregel in strijd met het recht zou oordelen.
Gelet op artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering besloot het hof de voorlopige hechtenis op te heffen. De beslissing werd genomen met inachtneming van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd met ingang van de uitspraak opgeheven, wat een belangrijke stap betekende in het proces van de verdachte.