ECLI:NL:HR:2009:BG4270
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontnemingsvordering en vrijspraak van valsheid in geschrift
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door het Openbaar Ministerie werd afgewezen. De Hoge Raad behandelt de vraag of de ontnemingsvordering betrekking heeft op een feit waarvan de betrokkene is vrijgesproken. De betrokkene was eerder veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven op grond van de Opiumwet, maar was vrijgesproken van het onderdeel dat betrekking had op valsheid in geschrift. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen met betrekking tot ontneming in het licht van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad oordeelt dat de afwijzing van de ontnemingsvordering door het Hof ontoereikend gemotiveerd is, omdat de vordering betrekking heeft op een feit waarvoor de betrokkene niet afzonderlijk is vervolgd. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling.