In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin de rechtbank de aanslagen in het rioolrecht van de gemeente Nijmegen voor het jaar 2007 heeft bevestigd. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende aanslagen opgelegd voor het genot van onroerende zaken die zijn aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Belanghebbende betwistte de rechtmatigheid van deze aanslagen en stelde dat de heffing in strijd was met de Gemeentewet, onredelijk en willekeurig was, en dat de opbrengstlimiet was overschreden. Het Hof heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht had verschaft in de geraamde baten en lasten. Het Hof oordeelde dat de heffingsmaatstaf en de aanslagen rechtmatig waren en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De zaak is behandeld op 29 september 2015, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de heffingsambtenaar aanwezig waren. Het Hof concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de eerdere uitspraak.