ECLI:NL:HR:2008:BD0464
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenvergoeding bij naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 12 februari 2007, betreffende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Gouda. De naheffingsaanslag was opgelegd naar aanleiding van een parkeerincident op 10 januari 2006. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag handhaafde de heffingsambtenaar deze aanslag. De Rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, maar oordeelde dat er geen grond was voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.
Belanghebbende stelde in cassatie dat de Rechtbank ten onrechte geen proceskostenvergoeding had toegekend, inclusief verletkosten en reiskosten voor het bijwonen van de zitting. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom er geen grond was voor het toekennen van deze kosten. Het tweede middel van belanghebbende slaagde, en de Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze geen veroordeling in de proceskosten bevatte. De heffingsambtenaar werd veroordeeld in de kosten van het geding voor de Rechtbank, vastgesteld op € 167,87 aan reis- en verletkosten. Tevens werd de gemeente Gouda aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moest vergoeden, en werd gelast dat de gemeente Gouda het griffierecht van € 105 aan belanghebbende vergoedt. Dit arrest is gewezen op 25 april 2008.