ECLI:NL:HR:2007:AI0669
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de toepassing van artikel 37 Wet OB
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan Stichting X is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1997, ter hoogte van ƒ 42.245. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna Stichting X in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, wat leidde tot het cassatieberoep van de Staatssecretaris.
De Hoge Raad heeft in deze zaak de relevante juridische bepalingen en eerdere jurisprudentie in overweging genomen. De Advocaat-Generaal L.F. van Kalmthout heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie, met vernietiging van de uitspraak van het Hof en ongegrondverklaring van het beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur. De Hoge Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, dat relevant was voor de beoordeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat de naheffingsaanslag niet kon worden gebaseerd op artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting, omdat de facturen waarop de naheffingsaanslag was gebaseerd, waren uitgereikt aan particulieren, die geen actieve rol spelen in het heffingssysteem. De vermelding van omzetbelasting op deze facturen heeft geen zelfstandige betekenis binnen het systeem van de omzetbelasting. De Hoge Raad verklaarde het beroep van de Staatssecretaris ongegrond en bevestigde de vernietiging van de naheffingsaanslag door het Hof.