ECLI:NL:HR:2006:AY8654
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Onjuiste tenaamstelling naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die aan belanghebbende, X1 B.V., is opgelegd over het tijdvak van 1 juli 1997 tot en met 31 december 1997. De naheffingsaanslag bedraagt € 2039 aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van de nageheven belasting van honderd procent. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag kwijtschelding verleend tot op vijftig procent. Na bezwaar tegen de naheffingsaanslag heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd. De Hoge Raad oordeelde dat belanghebbende, X1 B.V., pas ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 vanaf de datum van oprichting op 12 mei 1998. Dit betekent dat de naheffingsaanslag over het tijdvak van 1 juli 1997 tot en met 31 december 1997 niet van belanghebbende kan worden nageheven. De Hoge Raad heeft de naheffingsaanslag vernietigd en gelast dat de Staat de kosten van het geding vergoedt, inclusief het griffierecht dat door belanghebbende is betaald.
De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding voor het Hof vastgesteld op € 322 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en de Inspecteur veroordeeld in deze kosten. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 22 september 2006, en de zaak is behandeld door een collegiaal orgaan van rechters, waaronder de vicepresidenten en raadsheren.