ECLI:NL:HR:2006:AR4027
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontvankelijkheid bezwaar tegen landbouwheffingen bij invoer melkproduct
In deze zaak gaat het om een uitnodiging tot betaling van landbouwheffingen bij invoer van melkproducten, opgelegd aan J A/S te W. De uitnodiging tot betaling, gedateerd 16 januari 1998, betrof een bedrag van ƒ 118.254,50 voor goederen die op 25 augustus 1997 voor het vrije verkeer waren aangegeven. Het bezwaar van de belanghebbende tegen deze uitnodiging werd door de Inspecteur afgewezen, waarna de belanghebbende in beroep ging bij de Tariefcommissie. Deze commissie werd per 1 januari 2002 opgevolgd door het Gerechtshof te Amsterdam, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur vernietigde, met een herindeling van de goederen onder een andere post van het Gemeenschappelijk douanetarief.
De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in en stelde incidenteel beroep in cassatie in. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de uitnodiging tot betaling een belastingaanslag betreft die niet door de belanghebbende kan worden aangevochten, omdat deze niet voldoet aan de voorwaarden van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De Hoge Raad oordeelde dat de belanghebbende niet rechtstreeks door de uitnodiging tot betaling was geraakt, en dat er geen bewijs was dat de aangifte was gedaan uit hoofde van indirecte vertegenwoordiging.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het principale beroep van de belanghebbende ongegrond, het incidentele beroep van de Staatssecretaris gegrond, en vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht. De Hoge Raad verklaarde het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk, waarmee de eerdere beslissing van de Inspecteur in stand bleef.