ECLI:NL:HR:2005:AR8903
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van verplichte betaling van parkeerbelastingen via chipkaart in Nijmegen
In deze zaak gaat het om de toelaatbaarheid van een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen opgelegd door de gemeente Nijmegen aan een belanghebbende, die op 8 juli 2002 zijn voertuig parkeerde. De naheffingsaanslag bedroeg € 42,50, waarvan € 1,50 aan belasting en € 41 aan kosten van naheffing. Na bezwaar tegen de aanslag, handhaafde het Hoofd afdeling Burgerzaken en Belastingen van de gemeente Nijmegen de aanslag. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep gegrond verklaarde en de aanslag vernietigde. Hierop hebben B en W van Nijmegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de gemeente niet gerechtigd was om de wijze van betaling van de parkeerbelasting te beperken tot uitsluitend betaling via een chipkaart. De Hoge Raad stelt vast dat artikel 1a van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, dat deze beperking mogelijk maakt, binnen de grenzen van de Gemeentewet valt. Het Hof had een te beperkte opvatting van de reikwijdte van de delegatie in artikel 257 Gemeentewet, die ook ruimte biedt voor regels die nog niet in de wet zijn geregeld, mits deze passen binnen de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verklaart het beroep van B en W gegrond, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft. De beslissing van de Hoge Raad benadrukt de bevoegdheid van gemeenten om regels te stellen omtrent de wijze van betaling van gemeentelijke belastingen, zolang deze regels voldoen aan de eisen van de Gemeentewet.