ECLI:NL:HR:2005:AR6477
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en nieuw feit
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1993 werd vernietigd. De belanghebbende, X Holding B.V., had een navorderingsaanslag opgelegd gekregen van ƒ 5.003.814, met een verhoging van 100% over een gedeelte van het belastbaar bedrag. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft het Hof de aanslag verminderd tot ƒ 4.951.434 en de verhoging tot 100% over ƒ 50.000, waarvan 75% is kwijtgescholden.
De Staatssecretaris heeft cassatie ingesteld, waarbij de Advocaat-Generaal P.J. Wattel op 18 oktober 2004 concludeerde tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het Hof terecht oordeelde dat de Inspecteur niet beschikte over een 'nieuw feit' zoals bedoeld in artikel 16, lid 1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De Hoge Raad oordeelde dat de Inspecteur, gezien het rulingverzoek van belanghebbende, redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de wijzigingen in de structuur van royaltyvergoedingen.
De Hoge Raad verklaarde het beroep van de Staatssecretaris ongegrond en veroordeelde hem in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 644. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, P. Lourens, C.B. Bavinck en J.W. van den Berge, en openbaar uitgesproken op 23 september 2005.