ECLI:NL:HR:2004:AP2651
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest over de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst versus een overeenkomst van opdracht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 december 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Diosynth B.V. en een voormalige acquisitrice, aangeduid als [verweerster]. De zaak betreft de vraag of er tussen partijen een arbeidsovereenkomst heeft bestaan van 11 september 1980 tot 1 oktober 1998, of dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht. De verweerster had Diosynth gedagvaard en gevorderd dat de rechtbank zou verklaren dat er een arbeidsovereenkomst bestond, en dat Diosynth onrechtmatig had gehandeld door de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen te overtreden. De kantonrechter oordeelde in eerste instantie dat er inderdaad een arbeidsovereenkomst was, wat door Diosynth werd bestreden in hoger beroep. De rechtbank te 's-Hertogenbosch bekrachtigde de eerdere vonnissen van de kantonrechter, waarop Diosynth cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onjuist had geoordeeld door het bewijsaanbod van Diosynth te passeren zonder adequate motivering. De Hoge Raad benadrukte dat de bedoeling van partijen bij het sluiten van de overeenkomst van belang is voor de kwalificatie van de overeenkomst. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de rechtbank en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerster] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die op dat moment waren begroot op € 394,38 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.