ECLI:NL:HR:2004:AO4601
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Verbetering van een arrest inzake pandrecht en bodemvoorrecht in faillissement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 februari 2004 een arrest gewezen waarin een eerdere uitspraak van 28 november 2003 werd verbeterd. De zaak betreft een geschil tussen ABN AMRO BANK N.V. en ING BANK N.V. als eiseressen tot cassatie, en de curatoren van Koverto Nederland B.V. en aanverwante vennootschappen als verweerders in cassatie. De Hoge Raad constateerde dat in het eerdere arrest een fout was gemaakt in de tekst onder 5.2.9, die niet overeenkwam met de tekst zoals deze in raadkamer was vastgesteld. De Hoge Raad heeft deze fout als eenvoudig herstelbaar aangemerkt en heeft de tekst aangepast. De gecorrigeerde tekst stelt dat een straf in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) niet kan worden opgelegd aan iemand anders dan degene aan wie deze straf is opgelegd. Dit heeft implicaties voor de rechtspositie van de banken in het geval dat hun pandrecht zou moeten wijken voor het bodemvoorrecht. De Hoge Raad heeft de verbetering op de minuut van het eerdere arrest vastgesteld en partijen in de gelegenheid gesteld om zich over deze verbetering uit te laten. De advocaat van de banken heeft hierop gereageerd, wat heeft geleid tot de definitieve uitspraak van de Hoge Raad.