ECLI:NL:OGEAC:2020:291

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
7 september 2020
Publicatiedatum
10 december 2020
Zaaknummer
CUR202000317
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • U.I.D. Luydens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis ter vervallenverklaring van verstekvonnis wegens kennelijke fout in civiele procedure

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 7 september 2020 een herstelvonnis uitgesproken. Dit herstelvonnis betreft de vervallenverklaring van een eerder verstekvonnis dat op 24 augustus 2020 was gewezen. Gedaagden, die op 2 september 2020 naar de griffie van het Gerecht gingen met het vonnis van 24 augustus, hebben verzocht om verbetering van dit vonnis. Zij hadden eerder op 6 april 2020 een conclusie van antwoord ingediend, maar door een administratieve fout van de griffie was deze conclusie niet naar de rechter of de gemachtigde van de eiser doorgestuurd. Hierdoor was het vonnis van 24 augustus 2020 zonder inachtneming van de conclusie van antwoord gewezen.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout, zoals bedoeld in de uitleg van de Hoge Raad, en heeft besloten dat het vonnis van 24 augustus 2020 vervallen verklaard moet worden. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 28 september 2020 voor dagbepaling van de comparitie na antwoord. De uitspraak is gedaan door rechter U.I.D. Luydens en is op 7 september 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202000317
Herstelvonnis d.d. 7 september 2020
inzake:
[EISER],
wonende in Curaçao,
eiser,
gemachtigde: mr. A.V.G. Rooijer,
tegen

1.[GEDAAGDE SUB 1],

2. [GEDAAGDE SUB 2],
beiden wonende in Curaçao,
gedaagden,
beiden in persoon verschenen.

1.Het verzoek

1.1.
Gedaagden begaven zich op 2 september 2020 naar de griffie van het Gerecht met het vonnis van 24 augustus 2020. Met verwijzing naar de reeds op 6 april 2020 door hen per e-mail naar de griffie verstuurde conclusie van antwoord hebben zij om verbetering van het vonnis gevraagd.
1.2.
De gemachtigde van eiser heeft bij e-mailbericht van 2 september 2020 zijn bezwaren tegen het verzoek tot herstel van het vonnis van 24 augustus 2020 geuit.
1.3.
Beslissing is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Het Gerecht heeft geconstateerd dat gedaagden tijdig een conclusie van antwoord hebben ingediend en dat door een administratieve fout van de griffie de conclusie van antwoord noch naar de rechter noch naar de gemachtigde en/of eiser is doorgestuurd, met als gevolg dat op 24 augustus 2020 - zonder inachtneming daarvan – vonnis is gewezen.
2.2.
Het Gerecht is van oordeel dat in casu – met inachtneming van de door de Hoge Raad in ECLI:NL:HR:2004:AO4601/ECLI:NL:HR:2016:828 gegeven uitleg van de reikwijdte van art. 31 Rv NL (art 66 Rv Cur) – sprake is van een kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel.
2.3.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal het op 24 augustus 2020 gewezen vonnis dan ook vervallen worden verklaard.
2.4.
De zaak zal naar de rol van 28 september 2020 worden verwezen voor dagbepaling comparitie na antwoord.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1.
verklaart het vonnis van 24 augustus 2020 met registratienummer CUR202000317 vervallen;
3.2.
verwijst de zaak naar de maandagrol van 28 september 2020 voor dagbepaling comparitie na antwoord.
Dit vonnis is gegeven door mr. U.I.D. Luydens, rechter, en op
7 september 2020 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
MC