ECLI:NL:HR:2004:AN8601
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de hoofdaannemer voor arbeidsongeval van een onderaannemer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 januari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij [eiseres] in beroep ging tegen een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had de vordering van [verweerder] tegen [eiseres] en [betrokkene 1] toegewezen, waarbij [eiseres] werd aangesproken op grond van artikel 7:658 BW voor de schade die [verweerder] had geleden na een arbeidsongeval. Het ongeval vond plaats op 5 juli 1995 tijdens dakdekkerswerkzaamheden, waarbij [verweerder] van een dak viel. De rechtbank oordeelde dat [eiseres] als hoofdaannemer aansprakelijk was voor de schade, omdat zij verantwoordelijk was voor de veiligheid op de werkplek.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat zij in hoogste feitelijke aanleg recht deed. De Hoge Raad verklaarde [eiseres] niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep, omdat de vordering van [verweerder] niet op de juiste juridische grondslag was gebaseerd. De Hoge Raad benadrukte dat de aansprakelijkheid van [eiseres] niet voortvloeide uit artikel 7:658 lid 4 BW, omdat dit artikel geen onmiddellijke werking had voor de feiten die zich vóór de inwerkingtreding van dit artikel hadden voorgedaan.
De Hoge Raad concludeerde dat de rechtbank de vordering van [verweerder] ten onrechte had behandeld op basis van artikel 7:658 lid 4 BW, en dat de aansprakelijkheid van [eiseres] moest worden beoordeeld op basis van onrechtmatige daad volgens artikel 6:162 BW. De Hoge Raad veroordeelde [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] op nihil werden begroot.