ECLI:NL:HR:1999:AA3837
Hoge Raad
- Cassatie
- M. Mijnssen
- A. Herrmann
- C. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- J. de Savornin Lohman
- H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid ziekenhuis voor schade door val van verpleegkundige
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van het STICHTING PASTEURZIEKENHUIS voor de schade die eiseres, een verpleegkundige, heeft geleden na een val op de werkvloer. Eiseres heeft het ziekenhuis gedagvaard na een ongeval op 14 augustus 1995, waarbij zij is uitgegleden over een op de grond liggende verpakte optreknaald. Eiseres vorderde volledige schadeloosstelling en vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De Kantonrechter te Breda heeft de vorderingen van eiseres afgewezen, waarna eiseres in hoger beroep ging bij de Rechtbank te Breda. De Rechtbank bekrachtigde het vonnis van de Kantonrechter, wat leidde tot cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de verdeling van stelplicht en bewijslast. De Hoge Raad stelt vast dat, nu eiseres de schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden, het ziekenhuis aansprakelijk is voor de door eiseres geleden schade, tenzij het ziekenhuis kan aantonen dat het aan zijn verplichtingen heeft voldaan of dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van eiseres. De Hoge Raad vernietigt het vonnis van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in het kader van de zorgplicht en de bewijslastverdeling in arbeidsongevallen. De Hoge Raad legt de nadruk op de noodzaak voor het ziekenhuis om aan te tonen dat het zijn zorgplicht is nagekomen, en dat het niet voldoende is om enkel te stellen dat er geen tekortkoming is geweest.