ECLI:NL:HR:2003:AJ3261
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake ontkenning van vaderschap door bijzondere curator
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 oktober 2003 uitspraak gedaan over een verzoek tot cassatie van de bijzondere curator, mr. A.M. van Leuven, die de ontkenning van het vaderschap van verweerder 2, de juridische vader, over de minderjarige [betrokkene 1] wilde laten gegrond verklaren. De bijzondere curator had op 2 mei 2001 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Amsterdam, maar werd door de rechtbank op 29 mei 2002 niet-ontvankelijk verklaard. Dit oordeel werd door het gerechtshof te Amsterdam op 23 januari 2003 bekrachtigd. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof en de rechtbank vernietigd en het verzoek van de bijzondere curator toegewezen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [betrokkene 1] werd geboren op 6 augustus 1998, terwijl de moeder op dat moment gehuwd was met [verweerder 2]. Het huwelijk werd kort na de geboorte ontbonden. De moeder had een relatie met [betrokkene 2], die zich als de biologische vader beschouwde. De rechtbank had geoordeeld dat de bijzondere curator niet bevoegd was om het verzoek in te dienen, omdat het kind niet de nodige rijpheid zou hebben om zijn belangen te waarderen. De Hoge Raad oordeelde echter dat de wet geen eis stelt aan de rijpheid van het kind voor vertegenwoordiging door een bijzondere curator in dit soort zaken.
De Hoge Raad benadrukte dat het belang van het kind voorop staat en dat de juridische status van het kind in overeenstemming moet zijn met de biologische werkelijkheid. De Hoge Raad concludeerde dat de beschikking van het hof en de rechtbank blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat het verzoek van de bijzondere curator alsnog moest worden toegewezen. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rol van bijzondere curatoren in zaken van vaderschapsontkenning en de bescherming van de belangen van minderjarigen.